Hippie Love
In 1966 en ’67 heb ik een jaar door Europa tot in Israel gezworven en dit dik dertig jaar later (in ’99) opgeschreven in de uiteindelijke bevrijding van mijn MD aandoening. Vier het mee als een feest van de vrijheid, in wekelijks afleveringen op de vrijdag. Mijn kacheltje dient wel gestookt, want ik wil jullie niet aan een randje laten hangen als ik er zelf af tuimel. Kijk het even aan en steek een tientje duim op. Hetzelfde geld(t) voor onregelmatige berichten vanaf ‘Dolphin Address’.
Mijn bovenste- en beste buurman, Willem Verhulst, is zo vriendelijk de feuilleton in begrijpelijk Engels te verbeteren. Drie Hoeraatjes, twee pinten en een warme hals voor Willem!!!
Deel 1 - 'Hippie Love', de kalverliefde van een generatie.
Als je twee jaar lang de drenkeling van de klas bent geweest mag je op z'n minst hebben leren zwemmen. En dat was precies waar ik mijn puberteit aan besteedde. 's Zomers in het zwembad van Delfzijl, om zeven uur 's ochtends de eerste en minstens twee kilometer per dag. Als dit voor de winter gesloten werd, liftte ik elke zaterdagmiddag van Appingedam naar Groningen.
Deel 2 - 'Op pad'
Met een paar honderd gulden pakte ik m'n rugzak, krabbelde BORAS op een stuk karton, rukte me van thuis los en snelde naar wat bekend stond als 'de nieuwe weg'.
Ik genoot van de dodelijke frons van en gereformeerd klasgenootje, die met haar moeder in een D(r)afje voorbij reed. Al spoedig had ik niks meer aan mijn moerstaal en snapte dat ik mijn bordtekst beter kon wijzigen in bescheidener en couranter bestemmingen.
Deel 3 - 'Robbedoes'
Op een dag, schuin tegenover me bij de fontein, was een meisje aan het tekenen, waar ik m'n ogen niet vanaf kon houden. Ze had kort vrolijk haar met kruintjes en een gezicht van onbekommerde schoonheid. We praatten en aten die avond krankzinnig duur bij een Chinees.
Deel 4 - 'Aangedragen door de zee en ingedaald tussen de bergen'
Via de 'grapevine' had ik gehoord dat er 'een hele goeie scene' in Oslo was. Dat kwam me goed van pas, want het was op weg daarheen opzij bij Gotenburg maar 160 km om naar Borås. Daarheen dus eerst maar, voor zich er een natuurlijk evenwicht herstelde.
Deel 5 - 'Noorderlicht'
Om dit alles te bekostigen had ik de positie van casserolier verworven bij restaurant 'Regnbuen', het duidelijk chicqste van de hele stad. Ik at daar vorstelijk gratis, maar heb er wel een paar huishoudhanden opgelopen. Een ernstig voorval viel daar voor: de koks hadden de hele middag aan een reusachtige salade in de vorm van een vis gewerkt. Joh ma, ar dat was geen gewone salade en dat vond iedereen wel, want we stonden bijna aangetreden afscheid te nemen toen ie het restaurant in rolde.
Deel 6 - 'U.K.'
Omdat ik vrienden in Londen had reisde ik al snel door. Theresa had ik in het voorjaar in Brussel ontmoet op mijn Easter escape en samen liftten wij toen naar Luxemburg, naar Dinant en vervolgens naar Appingedam. Ze droeg een miniskirt en had altijd een notitieboekje voor poetische invallen bij de hand, die ze in smetteloos bleekblauwe karakters op de bladzijden kalligrafeerde.
Deel 7 - 'Onverklaarbaar bewoond'
Omdat ik niet naar mijn ouders wilde zocht ik onderdak in Groningen. Samen met een geslepen sigaretautomatendiefje die Heino heette, kraakte ik, avant la lettre, een 'onbewoonbaar verklaarde woning' die daarmee voor de buurt onverklaarbaar bewoond werd. De ramen waren al grijs geverfd, zodat we geen gordijnen nodig hadden.
Deel 8 - 'Kilometervreter'
Die avond kwam ik aan in de jeugdherberg van Salzburg en trof Caroline, een pittig Australisch meisje dat in haar eentje Europa had 'gedaan' en nu op weg was naar Teheran. Omdat Istanbul die kant op was besloten we samen te gaan. We liftten de hele dag door de smeltsneeuw en passeerden tegen de avond de stad Graz.
Deel 9 - 'Turks fruit'
's Morgens, om een uur of zes, opende ik mijn ogen, midden in Istanbul. Een paar minuten later stond ik wat beduusd bij te komen in een stad die allang wakker was. Ik liep wat rond en wenste dat ik duizend ogen had. Ik schoot een haargenoot aan en vroeg hem naar de 'scene'. Hij wees me het theehuis tegenover de 'Blauwe Moskee' en op de hubbly bubblies na leek het alsof ik terug was in Amsterdam.
Deel 10 - 'Bezeten'
Na veertien dagen ging ik scheep en meerde nog diezelfde dag in Izmir aan. Wanhopig ging ik op zoek naar medische hulp, maar de tijd was te kort en ik ging weer aan boord en vergeefs onder de douche of het moest al zijn dat ik me daar tenminste ongegeneerd kon krabben.
Deel 11 - 'The land of milk and money'
Goed, Israël dus en wat nu. Ik had al gemerkt dat het prijspeil van Istanbul tot een andere wereld behoorde. Hier was alles zelfs duurder dan in Holland. Met mijn 90 dollar zou ik niet ver komen, dus uitkijken naar werk, misschien op een kibboets. In Istanbul had ik al vernomen, dat Eilat, in het uiterste zuiden, het hippieparadijs van Israël was.
Deel 12 - 'Linke Soep'
'S Avonds bij Cafe Leon, kon ik een slaapplaats regelen in de Waddi. Dat is een meestal droge rivierbedding en zo niet, dan kun je maar beter het vege lijf redden. We sliepen onder enkel de buitentent. Toen ik 's morgens wakker werd, bleek dat er nog meer mensen hadden geslapen, waar onder Carol, een joods meisje uit New York. Toen ze vertelde dat ze werk zocht op een kibboets en gehoord had dat er mogelijk plaats was in Ein Geddi, besloten we samen te gaan kijken.
Deel 13 - 'Buitensporig ballorig'
De volgende dag spraken wij eindelijk met Pedro, de onderkoning van de 'tourists', zoals wij werden betiteld. We spraken af te komen werken tegen kost, inwoning en 30 Israëlische ponden per maand, ongeveer 100 gulden. Nu moesten we natuurlijk eerst weer naar Eilath om Carol's spullen te gaan halen.
Deel 14 - 'Ein Geddi'
We woonden in barakken, een bed, een stoel en een kast, twee man per kamer. We aten gezamenlijk in een hele grote koepelvormige eetzaal met veel licht in het plafond en het eten was geweldig, vooral de salades en alles in overvloed. We werkten op het land en dat was zwaar.
Deel 15 - 'Mazzel tov'
Op zaterdag hadden we vrij vanwege de sabbat. Ik was nieuwsgierig naar de oorsprong van het beekje en besloot het stroomopwaarts te verkennen. Voor zover er pad was ging het steil omhoog en af en toe rustte ik met om me heen het vergezicht over de Dode zee en de door eeuwenlange wisselwerking van hitte en kou tot gruis vermalen rotsen.
Deel 16 - 'De wenkende grot'
Het leek meer op een luchtspiegeling uit een stripboek, maar vanuit de kibboets kon je duidelijk zien dat er een grot was. Nu spreekt zo'n gegeven al tot de kwajongensverbeelding. Voeg daar aan toe dat de Dode Zee rollen destijds in een grot in de buurt van Ein Geddi zijn gevonden en je bent al halverwege het scenario voor een klinkklaar avontuur.
Deel 17 - 'De Dode Zee'
De Dode Zee heeft een 'verval' van ca. 60 cm. in verband met de onregelmatige wateraanvoer van de Jordaan. Als het 'vloed' is zie je nauwelijks dat ze dood is, maar als het 'eb' is wordt ze van de kant afgezoomd door een witte zoutzone, waarin kleine objecten als steentjes en takjes die door het zout zijn ingekapseld. Op veel plaatsen aan de kant staan douches en dat is geen overbodige luxe. Ik had foto's gezien van mensen, drijvend in een zit, die de krant lazen en niet kapseisden. Raar water hoor. Schoolslag dat ging nog, als een schip zonder lading met een hoge boeg, maar borstcrawl met je benen boven water had iets van een kruiwagen-crazy-race.
Deel 18 - 'East Village'
Eilath, waar anders heen? We zaten in de wadi en overlegden. Er waren te veel mensen om te tentvesten. Op zich was het niet zo moeilijk om nieuwe tenten te bouwen met het canvas dat in overvloed voor het weghalen lag op de legerdump.
We besloten een nieuwe plek te vinden.
Deel 19 - 'East villagers'
Een andere bewoner was Jim the Bricklayer, met een gouden hart, ook uit Engeland, en een taaie maat in de kopermijnen van Timna. Die maand werkten we daar via een koppelbaas. Op om vijf uur, dan samen haasten naar de busstop in Eilath. Zitten was voor de vaste krachten, wij hingen slaapdronken aan een lus, terwijl de bus 23 km lang meer naast dan over de weg scheurde.
Deel 20 - 'Pretty Woman'
Al spoedig transferde Carol naar Steve. Ik protesteerde, maar berustte spoedig opgelucht in de rol van sympathieke verliezer. Er woonden verder geen vrouwen permanent in de village, maar elke avond hadden we bezoek van over de hele wereld.
Deel 21 - '6000 volt'
Na bijna een maand werd ik overgeplaatst in Timna. Ik kreeg een helm met een lamp erop en ging ondergronds. In Eilath kon je 'juwelen' kopen, ringen, armbanden, hangers en dergelijke met daarin 'Eilathstone', gepolijst kopererts, dooraderd met prachtig blauw en groen. In de mijn heb ik hele wanden van gezien van deze schoonheid.
Deel 22 - 'Goeie slechterikken en geboren rotzakken'
Al de eerste keer dat ik in Eilath was lag er een mammoettanker in de Golf. Los van alle speculaties stond vast dat de rederij failliet was gegaan en wij hadden plannen om es een kijkje te gaan nemen. Zwemmen was veel te ver, dus wij zochten en vonden een bootje. We roeiden richting schip, rustten halverwege uit en ik dook overboord. Het eerste wat ik zag was een grote, grijze gedaante met een heleboel vinnen.
Deel 23 - 'De Brandende Waddi-2'
Ik rende een hut in. Een meisje lag op een matras te huilen, ze woonde daar al 4 maanden. Ik hielp haar op de been en samen brachten we haar persoonlijke bezittingen naar buiten.
Deel 24 - 'De Brandende Waddi-3'
Wij, van East Village, hadden een groot Maanfestival voorbereid op dezelfde avond en zodoende was er eten genoeg voor allemaal. Later kwamen de mensen die in Timna werkten via de wadi naar ons toe. Max, een Joodse Nederlander, vertelde mij: 'Wij kwamen over de top en zagen de brandende resten; het was of ik een hartverlamming kreeg.
Deel 25 - 'Piek Purper'
Een ander plan was om de woestijn in te gaan. In de Negev woestijn worden Jordanië en Israël gescheiden door een vallei waar vroeger de Jordaan via de Dode Zee zijn loop lijkt te hebben voortgezet naar de Rode Zee. Wij volgden deze vallei eerst noordwaarts en sloegen westwaarts de bergen in toen we zeker waren Eilath achter ons te hebben gelaten. Ook hier weer hopen gruis, maar hoe hoger we kwamen, hoe gaver de rotsen werden.
Deel 26 - 'Tot de tandjes ontwapend'
Karen bleek helemaal niet rechtstreeks terug naar Kopenhagen te zijn gegaan, maar was nog een maand in Israël gebleven. Toen ik in Ein Geddi zat, was zij in Eilath. Inmiddels had ze haar eigen appartement in Kopenhagen en nodigde mij met veel liefs uit.
Deel 27 - 'Thalassa'
De Griekse boot, waarop wij naar Piraeus voeren was heel wat Spartaanser ingericht dan haar Turkse collega. Hier geen bedden, laat staan hutten, geen maaltijden, alleen stokbroden, tegen woekerprijzen verkrijgbaar bij de bemanning.
Deel 28 - 'Très non-stop'
Het was al tegen middernacht, toen ik afgezet werd vlak voor de Joegoslavische grens. Dat was niet zo best. Automobilisten pikken daar liever geen lifters op, want je weet maar nooit wat iemand aan contrabande of staatshaat in zijn rugzak draagt. Wel, dat de internationale douane bestuurders aanspreekt op de inhoud van hun wagen, passagiers incluis.
Deel 29 - 'Onkruidlogica'
En men bleef me meenemen, al moest ik vaak urenlang aanhoren hoe men niet fout geweest was in de 'Krieg'. Tenslotte kwam ik bij de geklinknagelde poort naar mijn verloren paradijs: de ferry van Putgarden naar Rodbyhavn.
Deel 29½ - 'Hippie Love, deel 29½'
Het laatste deel speelt zich pas ruim een maand later af, omdat ik een baantje zoeken moest in Groningen om het nodige reis- geld naar Kopenhagen bij elkaar te verdienen. Omdat ik ook nu krap bij kas zit en om de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen lijkt het me een goed idee om het verhaal in real-time af te laten lopen. De 30 afleveringen beslaan in werkelijkheid een jaar.
De slotaflevering komt dus op 25 mei. Omdat er mogelijk enkele ongeduldige lezers zullen zijn die hierover menen te moeten mopperen stel ik hen voor om zelf een slotdeel te schrijven. De origineelste zal ik belonen met mijn gloednieuwe DVD, ‘Dolphin Address’.
Deel 30 - '...one and only...'
Na een nacht vol slapeloze kwelling in de jeugdherberg van Burg, een vloekworp van Putgaarden, zat er gewoon niks anders op dan naar Nederland te gaan. Met bloedend hart kwam ik in Hamburg aan en de liftsituatie daar was domweg onmogelijk: het doorgaand verkeer reed op de linkerbaan omdat het afslaand verkeer dat naar rechts deed.