In 2007 bouwde ik mijn BOAT, een plastic vat, gestroomlijnd met een tobbe en een wegkegel en voortbewogen door een met hefboom bediende monovin. Hoewel dit resulteerde in voorwaartse beweging leidde de ingebrachte energie niet tot een navenante snelheid.
Hoewel het niet in mijn aard ligt om onze gevleugelde medewezens te kwetsen, voel ik me wel geïnspireerd bij de gedachte van twee vliegen in een klap. Daarom helpt het als je genegen bent de wereld te beschouwen als een alternatieve werkelijkheid.
Een paar week geleden antwoordde ik iemand die bezorgd was over mijn veiligheid: ‘Meestal kom ik levendiger uit het water dan toen ik er in ging’. Ik zou daar nog even op door willen gaan.
Deze serie korte verhaaltjes schreef ik met nadruipend haar direct na hun gebeuren. De eerste speelt in Inisheer, de rest in Doolin.
Gebaseerd op vele observaties meende ik in Dolphin Address 3 enig zicht te hebben op Dusty’s woede uitbarstingen. Daarom leek het me het uitproberen waard om mijn Belgische vrienden groen licht te geven. Beiden hebben een respectvolle instelling en ruime zwemervaring met dolfijnen en sinds Doolin 3 jaar geleden heeft Dusty bij mijn weten geen zwemmers meer bedreigd.
Terug in de jaren tachtig, toen ik de dolfijnenkoorts kreeg, leerde ik een lesje dat me altijd bijgebleven is. Ik was uitgenodigd door het Dolfinarium om een expositie van mijn ‘Natuurvormen in hout’ (zie ook DA 4, 5 en 6, 2013) te organiseren en kreeg een rondleiding in het trainerskwartier.
Als het water bij Inisheer zoet was geweest zou er een laagje ijs op hebben gelegen. Vandaar dat ik, eenmaal er uit, spontaan in song uitbrak: ’Skating away (on the thin ice of the new day’, Jethro Tull op ‘War Child’.
In 2014 maakte de Franse TV een documentaire over Dusty en mij op Inisheer. Deze editie van Dolphin Address geeft de link naar de Franse versie. De foto's zijn stills hieruit.