Wij mensen willen graag dat een gebeurtenis een reden of een oorzaak heeft. Die helpen ons te begrijpen wat er gebeurt en wat er te doen valt. Begrijpen draait op logica en wij geloven dat de onze de enige is om oorzaak en gevolg te waarderen. Voor dingen die we niet begrijpen, proberen we een perspectief te vinden waarin ze zinnig zijn. Zoals Dusty's gedrag.
Het was eindelijk rustig op zee. Geen witwaterkoppen die zich woest lieten waaien, geen klimgolven in helder jade, maar zandig lichte plekken en donker smaragd, gegroefd door een luchtig briesje. Rotsen die helder naar de bodem reikten of opdoemden vanuit een diepte. Geen boten en godzijdank geen Ute.
De enige die ontbrak was Dusty. De laatste tijd heeft ze enige aandacht geknabbeld bij de pier van Doolin, waar gevaarlijke stromingen loeren en veerboten de zwemmers uit het water dwingen. Ook heeft ze gespeeld met surfers bij het strand van Fanore, maar ze doet nog af en toe Pollenawatch aan. We besloten om er toch maar in te gaan. De tijd dat dolfijnen nog het land opkwamen dateert van voor het bestaan van de mens en daar het zicht goed leek, was het water uitnodigend. De beste geesteshouding om je tegen teleurstelling in te dekken is door Dusty te beschouwen als bonus.
Mijn eerste blik onder water was gelijk raak. Ik zag een moeraal onder me zwemmen die het levenloze lichaam van een zandaal in z'n bek meesleepte. Tegen de tijd dat ik mijn monovin aanhad, was hij alweer verdwenen in een woudje zeewier dat bij nadere inspectie de aaseter niet prijsgaf.
Dusty moet op ons hebben liggen wachten, want het volgende moment was ze er al. Na een paar luie rondommetjes zwom ze naar waar Joy, die de dag daarvoor debuteerde, op het punt stond het water in te gaan. Daar ging ze liggen wachten op de dame die gisteren het zeldzame fatsoen had om niet naar haar te graaien. Maar dat was alle aandacht die Joy kreeg en Dusty liet haar niet dichterbij komen dan op plaagafstand, totdat Joy dit aan mij zei. Direct daarop liet Dusty zich door haar strelen. Als ik zoiets aan mijn moeder vertel, zegt ze altijd 'Tis ook net of zo'n dier verstand heeft!', ('Ja moeder, maar dat heeeft ze ook'). Ik had me de laatste tijd wat minnetjes gevoeld, maar Dusty's aanwezigheid was zo verkwikkend dat ik mijn matheid vergat en met haar meeging in vernauwende cirkels.
Een stel Engelsen arriveerde en kwam even later in badpak het water in. Dusty ging poolshoogte nemen, maar bleef haar vriendelijke zelf.
Een oude truc om haar aandacht te vangen is doen alsof je uit het water gaat. Ik zocht er heil in om haar dichter bij Joy te krijgen. Dat werkte heel aardig en Dusty begon bij mijn uitstapstek rond te hangen. Kort daarop hoorde ik Joy zeggen dat Dusty haar tanden had getoond. Onmiddellijk en demonstratief verliet ik het water om heel duidelijk te maken dat ik dergelijk gedrag tegenover mijn verkering niet pikte. Direct daarop sloot Dusty de Engelsen in en gooide water naar hen door haar kaken dicht te klappen. De man begreep de boosheid daarin niet, maar trok zich uiteindelijk wel terug op de rotsen.
Dusty kwam weer naar mij toe en om haar tot bedaren te brengen ging ik terug in het water, waarop ze een weids vertoon van aanhankelijkheid bracht. Ze liet me over haar keel krabbelen
en ging op haar rug liggen voor meer. Toen liet ze m'n vingers langs de voorrand van een borstvin rennen en het zweet wrijven uit het kuiltje dat ze als oksel heeft. Ik kan me niet herinneren wanneer ze zich ooit eerder in zo'n aanhankelijkheid liet beroeren. Het staat niet in onze relatiebeschrijving. Ze heeft me altijd snel en diep gezwommen, maar sinds zo'n jaar of drie ben ik hofleverancier van merkwaardige geluidjes. Dit geflikflooi deden we al niet meer sinds vroeger Fanore. Dus waarom deze plotse toewijding aan intimiteit?
Dusty houdt er niet zo van als mensen haar vanuit het ondiepe en vanaf de rotsen benaderen. Haar mobiliteit is daar sterk minder. Als je haar in ernst neemt, houdt dit in dat je haar vertrouwt en ze wil erg graag vertrouwd worden. Mijn vertrouwen werd 25 jaar geleden ingewilligd, toen ik mijn hand op de tong van een dolfijn legde. Die rekende me voor: als jij mij vertrouwt, dan kan ik jou vertrouwen.
Joy was niet al te ver uit de kant geweest en had al een paar keer op een rotspunt zitten rusten, de Engelsen ook. Dusty kent me en mijn onvoorwaardelijk vertrouwen in haar en mijn prompte uitstap na haar schelden op Joy moet haar ergernis met de Engelsen hebben doen toenemen. Met mij, echter, wilde ze uitleggen, was ze de beste vrienden mee, en dat deed ze, door vertrouwen en aanhankelijkheid aan te bieden.
Sceptici mogen dan deze gang van zaken als antropomorf betitelen, maar zeg nou eerlijk, Dusty is ook aardig menselijk.