Jan's Ierse dagboek: Dolphin Address 2002
Hieronder staat een samenvatting van Jan's Dolphin Address, eerdere afleveringen kunt u lezen door aan de linkerkant van de pagina op de links te klikken.
Samenvatting
De Ierse ‘Burren’ doet denken aan een buitenaards landschap, maar het is het prehistorisch kerkhof van de Atlantische Oceaan. Botten en graten zijn hier door de westenwind te hoop gewaaid, door IJstijden samengeperst tot kalksteen en uitgesleten door de eeuwige regen. Langs het water liggen door de oceaan slordig opgehoeste brokken steen, maar in allerlei hoekjes en gaatjes bloeien zeldzaam tere bloempjes, die ontroerend contrasteren met de grimmigheid van de gebroken schollen.
Vlak voor waar ze als een amfitheater naar de zeespiegel afdalen, kuift de deining wit verstuivend over struikelrotsen. Ver weg liggen de Aran islands als rustende walvissen naar den einder te grijzen.
Voor ik het water in ga, kijk ik altijd even vanaf de potvisrots naar beneden. Niet zelden grauwt de oceaan daar in wrede klotsen, maar nu glimlacht een vriendelijke rimpeling over het glasheldere water. Links van me markeren schuimbelletjes de monolieten die kortstondig opbollen in het ebbende getij. Op de bodem worden rechthoekige stenen omlijst door wiergroei. Het zand ligt in bijna zwart-wit meanderende wasbord formaties. De oceaan is zo glad, dat je de wolken er in kunt zien spiegelen. Het is bijna niet voor te stellen, dat waar een paar dagen geleden de oceaan nog in reuzenschreden op de rotsen uiteen spatte, ze nu op haar tenen de oneindigheid in loopt.
Af en toe gooit de zee met veel plotsklaps geweld een golf in de stenenmolen aan mijn voeten. Dit is een spiegelgladde kuil, uitgekorven door eeuwenlang rollende stenen en aangedreven door de brekende golven. Als je hier uit het water komt, loopt je druipwater in langgerekte tranen langs de kuilwand naar beneden.
Ik ben na een jaar weer terug bij ‘Pollenewatch’, dat betekent: 'Gat voor een boot'. Daarvandaan is het ongeveer 500 meter naar de 'slipway' een betonnen hellinkje voor kleinere boten. Dit is de luwte waarin ‘Dusty’ zich sinds 2 jaar ophoudt. Als beeldhouwer ben ik al 16 jaar bezig met walvissen en dolfijnen en probeer door met ze te zwemmen hen beter te begrijpen. Daartoe zwem ik met een monovin, voor stuwkracht, en een zelf ontwikkelde ‘watervleugel’, waarmee ik partij tracht te zijn voor de manoeuvres van Dusty. Tot mijn grote vreugde beloont ze dit volop met haar aanwezigheid.
Om meer vat op onze ontmoetingen te krijgen ben ik op haar verschillende manieren van benadering gaan letten:
1 – ‘shoot’-ze begint altijd met op hoge snelheid bij me langs te 'schieten'.
2 -'circle'-vervolgens draait ze in cirkels om me heen.
3 -'sneak'- dan besluipt ze me, meestal van achteren en soms van onderen.
4 -'stroke'-als ik een hand naar haar uitsteek manoeuvreert ze behoedzaam dichterbij en laat zich aaien.
5 –‘game’-een immer groeiend bestand aan spelletjes.
6 -''scort' staat voor escorteren. Als ik het water uit ga zwemt ze meestal mee tot kniediep.
Toen ik in een ingeving de watervleugel steil naar beneden stootte zeilde deze statig heen. Net toen de vaart er uit was en de vleugel horizontaal naar boven begon te drijven werd hij door Dusty onderschept. Ze had er eerder mee gezwommen, maar dat was aan de oppervlakte en daar bleef de vleugel achter haar voorhoofd hangen, tot hij er door een golf werd afgespoeld.
Ze moest nu een manier vinden om tijdens het duwen te voorkomen dat de vleugel omhoog zou drijven. Ik kon haar zìen denken en toen zag ik ook de oplossing die ze bedacht: ze draaide zich om haar lengteas op de kop, zodat haar snuit voorkwam dat de vleugel naar boven weg zou drijven en ze tevens voluit met haar voorhoofd kon duwen.
Dit was meer dan ik ooit had durven hopen. Met mijn neus boven op een dolfijn, die een, zeker weten, nieuw probleem binnen een paar seconden oploste met geen ander gereedschap dan de bouw van eigen lichaam.
Maar de volgende keer probeerde ze de watervleugel verticaal voort te duwen en de keer daarop ontdekte ze dat de vleugel aan drijfkracht inboet, wanneer ze in een baan wordt gebracht.
Al spoedig manipuleerde ze de vleugel met speels gemak en gebruikte daarbij eigenschappen van haar lichaam die aansluiten bij de hydrodynamica van de watervleugel. Ze is kennelijk in staat om deze te herkennen, te beschouwen en te verwerken in haar eigen gedrag, op een manier die boven iedere voorspelling uitstijgt.
“Ze zwom heel langzaam voor me aan en verbaasde me door de vleugel als diadeem voort te duwen, haar allereerste, en naar verhouding primitieve, methode. Toen nam ze hem, langzaam en heel uitdrukkelijk, voor, met haar snuit verticaal neerwaarts. Daarna schoof ze hem onder de punt van haar snuit met haar hoofd opwaarts gekanteld, een nieuwe variant. Ze keerde en kwam me tegemoet op een diepte van ongeveer 6 meter. Ze liefkoosde de vleugel, stuiterde hem heen en weer en liet hem langs de weerszijden van haar snuit glijden, stootte hem weg en ving hem weer terug, terwijl haar lichaamspositie veranderde van ruggelings tot rechtstandig op de kop, gewichtloos glijdend door de natte dimensie. Ik hield mijn adem in aan de spiegel.”
Een van haar lievelingsspelletjes is verstoppertje spelen. Dan zie je haar in een bocht wegzwemmen naar de vage verte en denk je door te kunnen rekenen waar ze ongeveer weer uit zal komen. En net als je haar daar verwacht komt ze met een rotgang à la 'ikke lekker hier' van de helemaal andere kant aanstuiven. En als ik dan mijn hand naar haar uitsteek, dan blijft haar hoofd ter plekke hangen en zwaait haar hele lichaam door, totdat ze voor mij in lijn ligt. En kom ik dan te snel naar haar, dan deinst ze terug, een beetje maar, en laat nog net een vingertop contact.
Ze kijkt heel nauwkeurig naar hoe ik manoeuvreer. Ze bestudeert mijn omgang met water, zoals ik dat bij haar doe.
Af en toe schept ze even een luchtje. Ik snap niet hoe ze dat doet. Het lijkt alsof ze haar binnenwil even op stijgen zet. Daar komt geen vin aan te pas. Misschien vergroot ze haar lichaamsvolume spiermatig.
Niet iedereen gedraagt zich even subtiel. Nogal wat mensen graaien naar haar of proberen zelfs bovenop haar te springen. Dusty lijkt bijna niet kwaad te krijgen. Ik heb haar maar één keer klappen zien uitdelen met haar staart. Maar ze kent wel een verfijnder wrake: een vrouw, die zich buitengewoon onbeschoft aan haar opdrong leidde ze keer op keer de drijfzooi van kwallen en touwwier in.
Los van hun nare eigenschappen zijn kwallen best mooie beesten, net hele grote bloemen, en ik vond het maar een dooie boel toen ze na weken aanwezigheid plotsklaps verdwenen waren. Onder het ravotten waakte Dusty niet zelden over mij. Zo liet ik me es van de diepte omhoog drijven en zou met een kwallehoed op mijn hoofd boven zijn gekomen als Dusty niet met een welgemikte mep van haar staart het gewrocht tot een klosje had opgewonden.
Aanvankelijk streelde ik Dusty stevig, om zeker te weten dat ze het zou voelen. Maar je streelt een grote vrouw toch ook niet harder dan een tengerder? Het is meer de manier waaróp je streelt, met kleine kriebeltjes of met ronde veegjes, of zo. Niet de druk per vierkante centimeter. Dusty voelt de zachtste aanraking en geniet van de intieme tederheid om in liefde te worden gekoesterd.
Al eerder had Dusty zich zodanig onder mijn strelen gedraaid dat ik kleine verwondingen en losgescheurde stukjes huid tegenkwam, zodat ik de wonde nader kon inspecteren. Dit was geen toeval, maar met opzet en superieure stuurmanskunst bewerkstelligt. Zo ook die bijna allerlaatste keer dat ze heel zuiver, willens en wetens haar vagina langs mijn hand liet strijken. Ik schrok, dit heb ik nooit gezocht, ik zal zeker lang en heet gebloosd hebben, maar telkens als ik hieraan terug denk, voel ik hoe dicht ik bij een dolfijn ben geweest.
Jan Ploeg, 11 november, Norg
Bovenstaande is een samenvatting van de in totaal 26 afleveringen die ik schreef tussen begin Mei en eind Augustus 2002 onder de naam ‘Dolphin Address’ voor mijn website:
Voor nadere info over Dusty en andere ‘friendly,wild dolphins’ zie:
Sinds mijn terugkeer uit Ierland voer ik besprekingen om de ‘Watervleugel’ op de markt te brengen. Voor meer informatie kunt u mailen naar:
print versie