![]() |
![]() |
Soms is een 'Dolphin Address' een huwelijk van zin en onzin die ik op uiteenlopende momenten onbekommerd of juist indringend heb vastgelegd op mijn praatomaatje. Een andere keer bevrijdt het zich monumentaal uit mijn ongeduldige vingertoppen. Dan weer laat iedere zin zich moeizaam veroveren als in een moeilijk boek.
Maar hoe divers ze ook uitvallen, ze worden allemaal nauwkeurig en in detail onderzocht door Willem.
Willem is mijn vriend en landgenoot. Hij vertaalt boeken uit het Engels naar het Nederlands.
Zijn koffiebeker schetst zijn imago. Op de buitenkant prijkt een afbeelding van de heer Ollie B. Bommel, heer van stand. Op de binnenkant heeft zich een dusdanige laag koffiesediment afgezet, dat af een toevoeging van enkel heet water al voor een geurig bakje zorgt.
Na een aantal jaren manmoedig en in zijn eentje de kustlijn van Fanore te hebben gezuiverd van aangespoeld afval zet hij zich nu in voor een zaak die het cultuurgoed van de gemeenschap ten goede komt, de organisatie van 'song nights' in Fanore. In 'O'Donohue’s', de enige pub tussen Doolin en Ballyvaughan, brengen beurtelings plaatselijke zangers liederen ten gehore die zowel uit een grijs verleden stammen als soms verrassend actueel zijn. Willem kent ze bijna allemaal en neemt er zelf ook deel aan. Maar meest zit hij nog in een rustig hoekje ervan te genieten achter een pint Guinness.
Al jaren zitten wij samen, ogenschijnlijk ontspannen, maar met de aandacht op vlijmscherp, mijn geesteskinderen op te voeden bij een lage lamp en een overvolle asbak. Hij zet mijn ontsporingen weer op de rails, scheidt persoonsvormen met een komma en zoekt in uitgeversvoorschriften voor ingewijden of woorden tezamen of juist nietaanelkaar moeten worden geschreven. Hij heeft een taaloog als een microscoop, ziet onregelmatigheden waar ik tien keer overheen heb gelezen en lapt kreupele formuleringen op tot gonzende volzinnen. Met engelengeduld herstelt hij mijn repeterende fouten, houdt grammaticacolleges en geeft mij het voordeel als hij twijfelt.
Soms bijt Willem zich vast in een woord en zoekt een metershoge stapel naslagboeken af na een laconiek 'Dat zoeken we op'. We verschillen zelden van mening maar soms hou ik vast aan wat hij een 'Jan-woord' noemt, een neologisme, een plezierwoord, een eigen aardigheidjje. En als ik dan, na een hevig pleidooi, mijn logica ontvouwd heb, dan geeft hij niet toe, maar geeft het zijn zegen.
Maar hij kan ook gedecideerd zijn en ik weet dan, dit komt niet door zijn beugel. Maar hij is op mijn hand, want meestal, als de spellingscontrole van zijn Word een zin groen onderstreept, dan noemt hij dit smalend 'de groene dwerg' en laat mijn afwijking ongemoeid.
En zo schrijft Willem mee, zet zijn stempel en kleurt de Dolphin Address in met de zekerheid dat er niets krom is, waarover hij recht spreekt.
Wij vormen de meest westelijke Nederlandse taalveste van betekenis in Europa. Om te voorkomen dat ons Nederlands vanwege onze 'splendid isolation' verantiekt tot een soort Suid-Afrikaans, updaten we ons taaleigen regelmatig met Jeroen Kuitenbrouwer, het Groene Boekje en recentelijk met Paulien Cornelisse. Mocht Nederland onderwater komen te staan dan zullen wij de woordenschatbewaarders zijn. Wij zijn er klaar voor, een behouden toekomst voor de Nederlandse Taal, met Willem IV en het Jannisme.
Jan Ploeg, weitje Fanore, 22 April 2010