Deel 29
En men bleef me meenemen, al moest ik vaak urenlang aanhoren hoe men niet fout geweest was in de 'Krieg'. Tenslotte kwam ik bij de geklinknagelde poort naar mijn verloren paradijs: de ferry van Putgarden naar Rodbyhavn.
Ik deed m'n uiterste best om aan boord een lift richting Kopenhagen te versieren. Ik heb een beetje een hekel aan zulk soort gebedel, ga liever aan de weg staan en laat de keuze aan de gifter, dan weet je tenminste dat je welkom bent. Of niet natuurlijk. Maar dit was puur een noodgeval, de laatste drempel, de douane en dan met maar 60 dollar op zak, ik kon geen enkel risico lopen.
Maar het lukte niet en toen ik als enige wandelpassagier de Deense bodem betrad werd ik terzijde genomen en gevraagd of ik voldoende geld of een uitnodiging kon tonen.
Ik lichtte op, natuurlijk kon ik dat, mijn dierbaarste bezit, mijn brief van Karen, hier, lees maar, lees, ze mochten alles van me weten als ik maar door kon. Ik was opeens voor hun zelfs blij.
Maar de ene douane zei: 'The oldest trick in the book' en de andere gromde alleen maar.
'What's the matter?'
'The stamps, what did you do with the stamps?'
Ik voelde m'n hart in de schoenen zinken, 'I gave them to some Israeli kids'.
'We think you wrote this yourself'.
Ik voelde me overmeesterd door het soort onkruidlogica dat gedijt op ontkenning. Het werd zwart voor m'n ogen en ik probeerde een bank te bereiken. De douaniers vingen me elk bij een arm en met een 'Afvist' (=afgewezen) stempel in mijn paspoort werd ik weer op de boot gezet.
Wordt vervolgd: '...one and only...'
Jan Ploeg
print versie