Deel 20
Al spoedig transferde Carol naar Steve. Ik protesteerde, maar berustte spoedig opgelucht in de rol van sympathieke verliezer. Er woonden verder geen vrouwen permanent in de village, maar elke avond hadden we bezoek van over de hele wereld.
Op het strand vlakbij Eilath stonden drie Nederlandse jongens in een bungalow tent. In het voorbijgaan had ik wel es een woord met ze gewisseld en het was me niet ontgaan, dat er een heel mooi meisje toehield. Tikje klein, zwart haar en een fijn getekend gezichtje, maar Frans, dus voor mijn tong maar mondjesmaat bereikbaar. Op een dag kwam ik weer langs en riep een van de jongens mij. Ze gingen weer naar huis en zochten een goed onderkomen voor Isabelle. Of ik haar mee wou nemen, maar ze was zeer delikaat en ik moest haar wel met rust laten.
Dat beloofde ik en de volgende dag vond de overdracht plaats. Er was voldoende ruimte op mijn grindbed en slaapzakken zijn goede hoeders tegen vluchtige ontmoetingen. Eigenlijk was ze veel te mooi voor mij en ofschoon ik me daar vrij moeiteloos naast neerlegde, groeide ze door haar onaantastbaarheid in kostbaar- en schoonheid. Dit ging een kleine week; we deelden de hut als twee reizigers die toevallig dezelfde kamer waren toegewezen. Overdag gingen we onze eigen gang, 's avonds zaten we niet perse naast elkaar om het kampvuur. We gingen ook niet tezelfdertijd slapen en werden slechts bij toeval samen wakker.
Op een middag, Steve en ik stonden te praten, zag ik Isabelle de dijk overkomen, met een jongen. Ze zei hem daar te wachten en ging de hut binnen. Ik haastte me erheen. Ze pakte haar spullen, want ze ging met hem mee. Ik voelde me even heel niets en strekte mijn hand uit in een poging tot afscheid.
Ze liet zich snikkend boven op me vallen en klampte zich aan me vast. Ik trachtte haar in het Nederlands te troosten maar ze begon mijn kleren uit te trekken en ook die van haarzelf. Ze had er een badpak onder maar nam de moeite niet, ze trok het kruisje eenvoudig opzij. Toen we wat slordig klaar waren begon ze zenuwachtig te giechelen, kleedde zich weer aan en stuurde het vriendje weg. Vanaf dat moment werd ze mijn remora en mij meer tot last dan mijn lust deed begeren. Een paar dagen later was ze zomaar helemaal weg.
Jan Ploeg
print versie