Deel 13
De volgende dag spraken wij eindelijk met Pedro, de onderkoning van de 'tourists', zoals wij werden betiteld. We spraken af te komen werken tegen kost, inwoning en 30 Israëlische ponden per maand, ongeveer 100 gulden. Nu moesten we natuurlijk eerst weer naar Eilath om Carol's spullen te gaan halen.
We stonden iets buiten Ber-sheva te liften, toen, in een wolk van stof, een enorme vrachtwagen begon te remmen. We renden naar de cabine, ik trok de deur open, vragen was overbodig, hij kon maar één kant op en wilde instappen.
'No, no' en hij wees op Carol, waarop wij, teleurgesteld maar vastbesloten:
'Oh no, no way!'
Hij sloeg nogmaals op de zitting naast hem en wees naar Carol. Met handen en voeten maakte ik hem duidelijk, dat ik naast hem zou komen zitten en anders 'No go'. Hij zwichtte met een gebaar van 'dan moet je 't zelf maar weten' en we stapten in.
Het was een 'King of the Road' truck die zijn eerste leven had doorgebracht op de Amerikaanse highways in de tijd dat je ook bij stoomlokomotieven aan de buitenkant kon zien hoe het raderwerk marcheerde. De wagen was waarschijnlijk via een internationale charitative grabbelton en een paar zwarte markten door de grootvader van de chauffeur verworven. Het dashboard kon zo in een vliegtuig en de versnelling, een veelheid van beknopte en gewrongen stangen, leek als een indrukwekkende wildgroei aan de vloer te ontspruiten.
Hard gingen we niet, maar met gestage zekerheid en omdat de mogelijkheden tot een gesprek met onze gastheer uitgesproken miniem waren, beperkten we ons tot wijzen en koeren. Ik had gezien dat we vanuit de vlakte een meer geplooid terrein binnen reden en ook dat onze chauffeur nu meer moest schakelen. Maar net toen ik dacht 'Steile Wand!', greep hij een ongebruikte pook, trok die uit alle macht naar achteren en knalde daverend in mijn kruis. Ik sloeg dubbel en wendde me in stuip tot de chauffeur. Deze maakte met zijn schouders het internationale gebaar voor 'Ik had je gewaarschuwd'.
Toen rolde het kwartje verder en kwam bij Carol, maar er was geen tijd voor paralelle werkelijkheid, want er kwam alweer een heuvel van hetzelfde kaliber. Ik maakte met m'n handen een 'muurtje' en hij sloeg enkel de lucht uit m'n longen. De rest van de reis heb ik met buitengewone aandacht het topografische verloop van de weg in de gaten gehouden. En toen Carol later lachend vroeg: 'How was your trip?', toen gromde ik iets over 'not my ballgame'.
Jan Ploeg
print versie