Deel 4
Via de 'grapevine' had ik gehoord dat er 'een hele goeie scene' in Oslo was. Dat kwam me goed van pas, want het was op weg daarheen opzij bij Gotenburg maar 160 km om naar Borås. Daarheen dus eerst maar, voor zich er een natuurlijk evenwicht herstelde. Ik weet niet precies wat ik verwacht had, en toch viel het tegen, ook al sliep ik die nacht met zeven meisjes en nog een jongen in één huis. Ik kan me die nacht nauwelijks herinneren, maar de ochtend erop des te meer. Ik was al vroeg op en dwaalde nieuwsgierig door het stille huis. In de keuken zag ik iets liggen dat ik niet kende. Ik pakte het op, begreep dat je er aan moest draaien, maar niet waarom. Even later riep het meisje, wiens ouders ook al op vakantie waren, ons samen en vertelde dat ze met een half uur haar grootmoeder verwachtte en dat wij dus voor die tijd de deur uit moesten zijn. Ze was nauw uitgesproken toen er een bel ging. Iedereen stoof in paniek giechelend uit elkaar om zich onder de bank en achter de gordijnen te verstoppen en het thuismeisje wankelde verward naar de voordeur, maar kwam daarop geheel opgelucht van niks weer terug. Toch bleef de vraag wat er dan had gerinkeld. Al spoedig bleek: ik had de eierwekker overnieuw uitgevonden.
Eigenlijk viel Boras me smerig tegen. Het was een lelijke stad met zuinig groen, waar de zon werd beteugeld door hoge, krampachtig moderne gebouwen. Ook de bezworen beschikbaarheid van vrouwelijk schoon nam de uitdaging weg zodat ik verder ging naar Oslo.
En dat was weids en mooi zoals ik nog niet eerder had gezien. Vanaf de camping leek ze aangedragen door de zee en ingedaald tussen de bergen. Het was een half uurtje lopen naar het centrum, waarvan een kwartier steil naar beneden. Ik weet nog hoe ik schrok toen ik de eerste keer de drunkies bij het hoofdstation zag liggen met hun nauw verholen drankflessen in bruine papieren zakken.
Mijn vader heeft in de oorlog een broer verloren en daarom ben ik opgevoed in duitshaat. Dus was ik aangenaam verrast met Christian Zerbe aus Duisburg, een perfect aardige jongen die mij al gauw deed vermoeden dat er dus meer aardige Duitsers moesten bestaan. Samen maakten we een prachtige straattekening van de opkomende zon en we kwamen diezelfde dag nog in de krant, waarbij mijn naam werd afgebroken als Plo-eg. Ook hier gold de leuze 'als ze m'n naam maar goed schrijven', want de volgende dag werden we direct door de politie weggestuurd. Ik ben Oslo en omgeving gaan verkennen, waarbij vooral Vigelands park blijvende indruk op mij maakte. Door de enorme stenen beelden vloeide de kracht van Viking visioenen als een bergstroom sissend en stampend tussen manshoge zwerfkeien. Ook was ik vaak op Ingierstrand, waar ik vreesloos van het 10 meter platform afdook.
Jan Ploeg
print versie