![]() |
![]() |
Vanbovenaf de oude pier in Doolin kon ik maar een meter slipway zien en dat noodde niet. Zou ik me wel helemaal in m’n pak worstelen om dan in het grauwgroene onzicht te staren?
Terwijl ik mijn kansen afwoog, hoorde ik een bekende zucht, Dusty zat recht onder mij.
‘Hee Jan, poos niet gezwommen?’
‘Welnee, ik ben zat in geweest, maar als jij verstoppertje speelt in Doolin en ik heb mijn uitrusting op Inisheer, ik kan je niet bijhouden, maar nu dat ik alles weerom gesleept heb, wat is het water hier yukkie-mukkie. Waarom maak je niet, dat je naar het schone eilandwater komt, wat trekt je hierin deze lawaaiige oliesoep?’
‘Ach, weetje, hier krijg ik tenminste nog een beetje aandacht. Bendes mensen op de pier en ze willen me allemaal strelen. Ik mis jullie mijn ouwe jonges, waarom zijn jullie niet meer hier?’
‘Je weet waar je ons kunt vinden, we zijn op de zijkant, halverwege ‘the Donkey.’
Je bedoelt bij het veterwierwoud? Dat is een doolhof, ik ben daar ooit bij laag water verdwaald, nog steeds nachtmerries van.’
Oh, ga nou gauw, dat is een slap excuus, wij komen daar ook niet en er is zat ruimte richting Donkey.’
‘OK, kijk es hier, jullie mensen zijn altijd samen, lijkt mij. Ik ben altijd alleen.’
‘Maar jij krijgt toch regelmatig andere dolfijnen op bezoek?
Dat lijkt jou misschien. Maar in’t echt komen je om op me te jagen, gemeen tegen me te zijn, om me pijn te doen. Daarom kom ik naar mensen. dat is mijn enige bescherming, omdat ze me hier niet achterna durven.
‘Arme jij, kom je daarom naar ons?’
‘In principe wel, maar jullie zijn ook mijn vrienden geworden en ik vind het fijn om bij jullie te zijn, dus waarom komen jullie niet meer naar de pier, zoals vroeger?’
’Nou, om eerlijk te zijn, jij hebt daar mensen het ziekenhuis in geslagen’.
‘Ik denk niet dat je mijn dilemma begrijpt. Ik heb jullie mensen nodig voor mijn bescherming, maar sommigen van jullie jagen mij ook angst aan. Ik heb dat altijd allemaal geaccepteerd en dat weet je.’
‘Zeker, ik herinner me bij White Strand dat jij soms door een boel kinderen heen zwom, die je allemaal vertroetelden en ieder had plezier. Dat blije kindergesnater klinkt me nog…’
‘Jaja, maar er waren er ook die met stenen gooiden en juichten als ze me raakten, en mensen die bovenop me sprongen, probeerden zich aan mijn rugvin vast te houden, mensen die met jetskis voor me langs ragden, daar weet jij niet half zo veel van.’
‘Ja, ik besef wel dat…’
‘Weet je, Jan, eenmaal raakt de maat vol. Na jaren van aanbidding en mishandeling knapte er iets in me, ik was die ongewenste aandacht spuugzat. Ik reken dat als jij mij kiest, ik jou ook kan kiezen, of niet natuurlijk.’
‘Ja, ik kan me voorstellen dat…’
‘Ik besloot om een streep te trekken, om hen te vertrouwen die mij vertrouwen en al die anderen er uit te trappen die daar tot hun middel in het water staan, half gek op mij, half doodsbenauwd. Ik voel, dat ze me niet vertrouwen, ik voel dat ze me willen zijn wat ik niet ben, ik voel hun angst en daar werd ik vroeger ook bang van, maar nu erger ik me eraan. Ja, ik ben van houding veranderd. Ik ben van onvoorwaardelijke liefde overgegaan tot opkomen voor mezelf.’
‘Dat lijkt veel op het emancipatieproces dat vrouwen doormaken in de mensenwereld’.
‘Misschien, maar die hebben elkaar nog, ik ben alleen, ik moet mezelf redden. Laat ik het zo zeggen, kom maar naar de pier en ik beslis wie mag blijven en wie ik eruit jaag.’
’Sorry Lieverd, maar jij kent de mensenwereld niet, weet je, als jij mensen pijn doet dan krijgen wij de schuld, door aanwezig te zijn en het OK te laten lijken om met jou te zwemmen. En wat nog veel erger is, jij krijgt de schuld dat je ueberhaupt daar bent. En dan willen ze je daar weghebben en sommigen schreeuwen zelfs dat de enige vriendelijke dolfijn een dode dolfijn is.’
‘Ik snap wel dat woede zichzelf oproept, totdat het uit de klauwen loopt. Maar zo weef je van jullie redeneringen een net om me heen van een soort perfecte logica waar ik me aan moet houden. Maar kun jij die halve zolen in toom houden die zich net achter de horizon ophouden? Sorry Jan, maar ik weet dat mijn vrienden mij niet altijd kunnen beschermen en dat laat me enkel de keus om het zelf te doen. En ik ben het ‘kijken en afwachten’ voorbij. Ik blijf me preventief verdedigen.’
‘OK, Dusty, daar kan ik inkomen. Laat me ons gesprek op Facebook zetten al was het maar om mensen wat aan hun verstand te timmeren voordat jij ze er uit slaat.’
‘Mijn zegen heb je, Jan. Kom er nu maar in en vertroetel me.’
‘OK, Dusty, ik krijg je wel, achter het veterwierwoud.’
’Niet als ik jou eerst pak!’