Als het water bij Inisheer zoet was geweest zou er een laagje ijs op hebben gelegen. Vandaar dat ik, eenmaal er uit, spontaan in song uitbrak: ’Skating away (on the thin ice of the new day’, Jethro Tull op ‘War Child’, https://youtu.be/jSYH0_YQE54).
Maar ook, op het vaste land had ik mijn bus als uitvalsbasis. Omkleden deed ik droog en uit de wind en terug van de zwem wachtte me heet water in mijn thermosfles, voor koffie. Maar wat mijn lichaamstemperatuur het snelst weer op peil bracht, was mijn geluidsinstallatie. Want beweging warmt je van binnen uit, dus combineerde ik mijn aanklederij met dansen op loeiharde muziek, Tull, Zappa, Led Zeppelin. Nu, op Inisheer moet ik het doen met de muziek op mijn mobieltje en in de volle wind en soms in de regen. Goeie tip, twee badhanddoeken samen opnemen en om je schouders slaan. Dubbel droog, warm en zo uit de wind mogelijk!
Geen koffie, maar daar heb ik wat op gevonden: koud water. De waarheid dient ons en wat wij geloven is waar. En wel met de volgende redenering: ik onderscheid waarnemingen d.m.v. het verschil. Uit het water is er een verschil tussen mijn binnentemperatuur en die van buiten. Door koud water te drinken koel jje binnentemperatuur af, zodat het verschil met buiten kleiner wordt en jje minder koud voelt. Het leven van een dolfijnzwemmer kent zo z’n lichtpuntjes.
Maiden swim (click for the video)
Bovendien doe je het jezelf aan en dat valt over het algemeen onder het klaagverbod. En is het bijkoelen slechts een tijdelijke maatregel. Eenmaal bij het onvolprezen hotel, Ostan Inis Oirr, kun je het nog eens extra aandikken met een gratis pintglas lekker water met ijs naar wens. Maar meer conventionele manieren zijn ook beschikbaar, zoals koffie, thee, warme chocolademelk (met een toplaag van marshmellows!), frites en duurder. En als dat nog niet genoeg helpt, dan is er in het toilet zo’n lekkere ouderwetse handdroger, waarvan je de geleide kap andersom kunt draaien, je hemd uit je broek en over de kap houden en je wordt gekoosd door een warme shirtballon.
Nu zijn er mensen in Nederland, die met trots een slagersmuts dragen, omdat ze met nieuwjaar even snel het water in rennen en dan als de wiedeweerga er weer uit. Zo doen wij dat hier niet. Mijn eerste zwem nam bijna anderhalf uur, OK met een 5 mm wetsuit, maar dat gaat uit op het allerkoudste moment, net terug uit het water in een snijdende wind.
Maar het ergste was, terwijl ik zat te zweten om mijn gezwollen voeten, 5 jaar nierpatient, in de voetstukken van mijn monovin te proppen, dat er een stiekeme golf kwam, die mijn watervleugel wegspoelde. Zodra ik hem mistte was hij volledig verdwenen. Ik wou alle kanten tegelijk uitzwemmen, deed dat ook, maar nergens dreef de vleugel. Strand, boei, pier, waardeloos zwemmen, ook nog es te zwaar, omdat ik 9 kilo afgevallen ben, daardoor minder water verplaats en dus minder drijfkracht heb. Op één moment was er evenveel zoute vloeistof aan weerszijden van mijn maskerglas.
Met meer lood in mijn benen dan aan mijn duikgordel stommelde ik het water uit. Jane en Ute zaten samen te praten en ik klaagde mijn nood al van verre. Jane stond op wandelde naar de rotsrand en zonder maar een teen nat te maken viste ze de watervleugel uit het water. Er loopt een uiterst dunne lijn tussen verbluft en dankbaar.
Later, vlak voor de boot ging, filmde ik een ‘last minute’ knuffel van Jane met Dusty. En daarbij kreeg ze wel degelijk natte voeten.
Twee dagen later was het weer raak, dit keer was ik in vol ornaat. Je kunt echt merken dat Dusty een eenzame winter achter de rugvin heeft. Ze was de hele tijd bij ons en zeer aanhalig. Op een moment was ik haar even kwijt, draaide m’n hoofd opzij en vond haar vlak achter me, haar snuit vrijwel in mijn oor.
Het zicht was niet geweldig, hooguit anderhalve meter. Toen we na een anderhalf uur het water uitgingen ontplofte Dusty plotsklaps, sprong verscheidene malen half het water uit en sloeg woest om zich heen met haar staart.
Nu is het eerder voorgekomen dat Dusty haar ongenoegen toonde als we er te vroeg naar haar zin uitgingen, maar er zou ook een andere reden kunnen zijn: toen we daarna terugkeerden in Doolin, zwommen er minstens 5 dolfijnen, waarvan er 3 heel dicht op elkaar en synchroon. Ze kwamen even buiten Crab Island naar de boot en zwommen tot op nog geen 10 meter van de nieuwe pier.
Ik zing het elk jaar: ‘Happy days are here again’.