Nog een openbaring: Dusty houdt altijd haar staart bij mij vandaan. Daarom stopte ik dat te proberen al jaren geleden met de gedachte dat haar staart net zo essentieel is als haar blaasgat. Ze moet gewoon in staat zijn weg te komen bij het geringste teken van gevaar. Maar soms laat ze toe dat Kate haar daar aanraakt en ze vertelt me dat Dusty daar heel kietelig is. Ik heb daar nooit over nagedacht, maar inderdaad, waarom niet, wij mensen zijn ook vaak kietelig onder onze voeten. Ik vraag me af hoe dat is met andere zoogdieren. Voeten en staartvinnen dragen beide veel kracht, misschien heeft het te maken met een overschot aan energie. Kate kan voelen dat Dusty op het kietelen reageert met rillingen, vooral aan de onderzijde van haar staart. Soms reageert Dusty met staart klappen op het water, kennelijk om de kietels kwijt te raken.
Dusty en Kate (Klik voor video)
Kate zegt dat ze zich soms Dusty’s schoonmaakster voelt en ik ben het volkomen met haar eens. Het enige deel wat Dusty haar niet wil laten strelen is haar rugvin. In plaats daarvan doet Kate haar handen aan weerszijden van de vin en trekt dan zachtjes aan. Misschien dat dit te maken heeft met dat ze er de P aan heeft als iemand probeert zich aan haar rugvin mee te laten slepen. Een totaal verkeerde uitleg van wat mensen Flipper zien doen. Ze denken dat dolfijnen het leuk vinden, niet wetend dat ze dit enkel toelaten omdat in gevangenschap ze hongerig worden gehouden en als ze weigeren ze geen eten krijgen. Als, zoals dolfinaria beweren, ze alle kunstjes vertonen uit eigen vrije wil, waarom worden ze dan tijdens de show gevoerd? Ik vraag me af wat er van de show overblijft als ze NIET gevoerd worden na ieder trucje.
Kate vertelt verder dat Dusty haar soms traint. Ze komt met Kate naar onder en verlengt steeds de tijd dat ze daar zijn. Dan gaat ze heel langzaam weer naar de spiegel, zodat Kate niet gehaast voelt en steeds verder voorbij haar contracties kan gaan. Totdat ze totaal buiten adem is.
Dusty houdt van uitdaging. Wij zijn allebei niet dol op ‘het flessenspelletje’, maar als ze deze brengt doen we haar het plezier. Kate nam ooit es de flessen mee naar onder en bond ze vast aan zeewier. Dusty kon ze niet los krijgen en begon hevig met haar staart te zwiepen. ‘Het was zo’n machtsvertoon, bijna beangstigend.’
Ik had een dergelijke ervaring met Dusty.
Kate merkt op dat Dusty haar soms nadoet. Ze is erg onder de indruk van onze handen en soms, als Kate haar hand op het zand zet, doet Dusty hetzelfde met haar borstvin. Alsof ze zeggen wil ‘Doe iets en dan probeer ik dat ook.’ En ook als ze het niet kan, ze probeert het.
Foto met dank aan George Karbus, http://www.georgekarbusphotography.com
Als adem-oefening maakte Kate een hart van stenen op de bodem. Iedere keer kwam Dusty omhoog met haar om te ademen en keek heel intensief naar wat Kate aan het doen was.
‘Ze bewonderde mijn handen. Het moet haar magisch toelijken om me dit te zien doen. Zij kan enkel stenen verplaatsen met haar snuit, maar ze heeft zo veel kracht en soms verrolt ze heel grote rotsblokken alsof ze wil laten zien waartoe ze in staat is’.
Dusty mag je graag verrassen met dingen die je totaal niet verwacht. Ik vraag Kate wat het mafste is wat Dusty haar ooit gebracht heeft.
‘Misschien niet zo maf, maar even goed opmerkelijk. Op een dag dreven er een hele zooi plastic zakken bij Green Island. Heel walgelijk. Toen begon ze me de zakken te brengen op haar snuit, de een na de ander, ze maakte haar baai schoon.’
Dusty deed dat vorig zomer ook in Inisheer. Ik zette een video daarvan op Facebook: ‘Be drastic, no plastic!’
We halen een grappig moment bij Green Island op. Dusty gooide een vis op de rotsen en Kate wou deze oppakken. Maar de vis was erg glad, gleed uit haar handen en viel, tot mijn ontsteltenis weer terug in het water. Dat heb ik daarna diverse keren te berde gebracht om Kate te plagen met haar ’typisch vrouwelijke onhandigheid’. En Kate voelde zich al zo schuldig, ‘alsof ze me een cadeautje bracht en ik het weer terug gooide.’
‘Ik denk dat ze ’s winters heel eenzaam is’ zegt Kate. ‘De vorige winter was ze bij Fanore en we waren heel blij om elkaar te treffen. Ik streelde haar wat, maar plotseling verdween ze. Het zicht was belabberd, hooguit een meter. Toen zag ik iets voorbij flitsen, kon niet uitmaken wat het was, veel kleiner dan Dusty. Ze kwam terug voor meer strelerij, verdween plotseling weer. Vervolgens zag ik dat ze een dode bruinvis voortduwde. En ze wilde er mee spelen, met mij. De bruinvis was al een poosje dood want zo gauw als ze het liet gaan zonk het gelijk naar de bodem. Het kon me niet boeien, dus liet ze het gaan en bleef met mij spelen. Dolfijnen doden soms bruinvissen, maar ik weet natuurlijk niet of ze deze gedood had. Ze moet het al een poosje bij zich hebben gehad, zo eenzaam wordt ze.’
Kate verteld dat ze ooit Dusty een bruinvis zag kwellen.
‘Dat was heel wreed, maar ik probeer het te zien als deel van de Natuur. Het gebeurde bij Green Island, ze had de bruinvis naar het rif gedreven en duwde het onder water. Dan liet ze het boven komen voor adem en duwde het weer onder. Net als een kat met een muis speelt. Er waren een heleboel mensen in het water en uiteindelijk liet ze het gaan. Ik denk dat wij het gered hebben want toen kwam ze met ons spelen.
Op weg door de weilanden naar Green Island hadden we haar al zien jagen op de bruinvis. Ze gingen razendsnel en sprongen af en toe uit het water. Ze liet ons zoveel zien, in de Boathouse Baai (2005) bracht ze ons een basking shark (plankton haai), een dode. Ze vind het prachtig om ons iets te laten zien.
Kate zag haar nooit met een zeehond spelen, maar merkt op dat op iedere locatie waar ze door de jaren heen geweest is, er altijd een zeehond in de buurt was. Boathous Baai, Green Island, Fanore, deze zomer bij Inisheer, Doolin ook.
Ik vraag: ‘Heb je Dusty ooit gekke geluiden horen maken?’
‘Een keer maar, bij Fanore. Het was ’s morgens vroeg, niemand anders daar. We zwommen samen en toen ging ik op de aparte rots zitten. Dusty kwam en legde haar hoofd in mijn schoot en begon vreemde geluiden te maken. Dat was de laatste keer dat ik haar daar zag. Daarna was ze bij de Boathouse Baai.
Nog een vraag: ‘Wat is je favoriete plek door de jaren heen?’
‘Elke plek waar ze was heeft z’n eigen schoonheid, maar ik vond Green Island het leukst, omdat het zo verschillend is. Daar heb je de grotten, het rif, het wordt daar snel diep, veel onderwater leven en het water is er betrekkelijk helder omdat daar geen zandbodem is. En Doolin vond ik ook mooi omdat je daar mooi duiken kunt, vooral bij de afgrond. En de Boathouse Baai ook. Laatst dook ik daar met perslucht en ontdekte dat onder bij ’Two Bottle Island’ prachtige poorten zijn, twee, op 18 meter.’
Ik weet zeker dat we hadden kunnen doorpraten tot de kleine uurtjes. Maar de dagelijkse plichten roepen. Anderhalf uur waren we in de andere wereld, spraken dolfijn, leuk en gezellig in de warmte van ‘Guru’, terwijl buiten Barney woedde en de regen op de ramen raasde.