Zondag
Er staat een snoeiharde tegenwind en de deining heeft moeite ertegen op te tornen. Zodra een golftop verglaast, wordt ze bijna stilgelegd en blaast haar energie tot woedend stoom, dat als een bruidssluier in een hoge rol naar achteren wordt geworpen.
Van nature zoekt het extreme haar overtreffende trap en zo kwam het me voor dat in Doolin, waar de deining ongeremd uit de Atlantic komt, de ontlading iedere beschrijving zou tarten. Zodat mijn videocamera uitkomst zou brengen. (LINK: YOUTUBE, DOOLIN DOWN)
En inderdaad, de torenhoge maagdelijke golven verhieven zich minstens een kilometer van tevoren en donderden daarna keer op keer in hun eigen dalen, waarbij de wind zoveel stuif van het bruis blies dat het geweld werd versluierd in een hijgende waas. Een ordeloze zooi, dus.
Vandaar dat ik het hogerop heb gezocht. (LINK: YOUTUBE, DOOLIN UP). Wat in panorama verloren gaat aan dramatiek, wint het aan verhoudingskracht, met de vuurtoren van Inisheer als maatstaf.
Dinsdag
Vandaag bij het weitje een krachtige, maar beheerste deining, heel breed en hoog, met een messcherpe rand, bijna geen wind en een valdreun die in een rollend concert weg Dopplert als in de nasleep van een donderbui. Toch af en toe een dissonant, een kortaf protest van door een drukgolf gevangen ontsnappende lucht.
Meeuwen in duikvlucht, waaghalzen met korte durf, scheren de top af op vis, hulpeloze prooien in deze beroering. En af en toe een dienstdoende aalscholver, geheel in beslag genomen door zijn onverstoorbare lijn, vlak over het water in luchtkussenvlucht.
Weer valt de logica van de Natuur me op. De golven komen op me toe onder het oppervlak door. Je kunt het zien als een golf die vooruit gaat, maar ook als een oppervlak dat naar achteren wordt gezogen. Hoe meer de golf gaat staan, des te groter deze zuigkracht, tot een evenwicht in richting is bereikt dat vervolgens ineenstort. Dan wordt het schuim door de opgeslagen energie naar voren gestoten, tot het, geremd door terugspoelend water, zich daarbij voegt en als een schuimtapijt naar het onderuit halen van de volgende golf vloeit.
De golven komen groepsgewijs aan. De kleinere drijven het schuimtapijt op naar de kust. De grotere zijn daardoor eerst schoon, maar naarmate hun val het bellenveld verlengt, tekent het schuim de steigerende wanden met een dynamische graffiti tot dat hun stort tot witte razernij wordt. Zo netjes werkt de natuurlijke orde.
En de aalscholver weet daarvan. Zoals de meeuw zijn vangmoment in de golftop heeft, duikt hij vlak vóór de golf, waar de vis door de turbulentie het vluchtmoment wordt ontnomen. Een volmaakt samengaan.
Het enige wat wij in de Natuur kunnen verbeteren is onszelf.