Het is nu drie week onder nul. Gelukkig gaat de vorst meest vergezeld van de zonnekoningin en de weerkaatsing van haar licht op de besneeuwde hellingen van Slieve Elva verzacht de schaduwen van de rotsen.
Elke morgen herinnert mijn roodborstje me met een fladdertje aan het honorarium dat ik haar verschuldigd ben voor haar optreden in mijn nieuwjaarsrede: een verkruimeld biscuitje in een anti-verstuif pannetje.
's Morgens als de dag opstaat in purperen vergezichten is de zee spiegelglad. Ben ik blij een Groninger te zijn want een Fries was allang verdronken vanwege zijn onweerstaanbare aandrang om naar de Aran Islands te schaatsen.
Maar dan nadert van verre een lichte bries en streelt het water tot fluweel met mysterieuze meanders.
Uit het nergens rijst een deining, kristalhelder door aflandige winden, klimt roekeloos tot z'n tenen, opent z'n muil over de hele breedte en tuimelt, overwonnen door de zwaartekracht, in verbijsterend wit water met een regenboog in de stuifkruin.
De kou vriest het vocht uit de lucht en verheldert de trotserende rotsen in klare contouren.
Vanmorgen werd mijn derde oog getrokken door een bolletje, vlak voor de kust. Ik liep de rotsen op en daar was het weer. Maar voor de verrekijker in mijn ooggewelf rustte, was het alweer verdwenen. Ik posteerde me achter de 'spionrots', een opstaande steen die me aan het zicht vanuit zee onttrekt, en even later was het er weer.
Onmiskenbaar, het was een grijze zeehond. Hij vuurtorende zijn lange snuit rond, maar miste mij. Toen ging hij dobberen, hangend aan zijn neusgaten, net boven water. Af en toe even een veiligheidsrondje en dan weer relaxen. Mooi man! Nou maar hopen dat hij het met Dusty kan vinden. Ik heb het nooit zelf gezien, maar vaker dan eens gehoord, dat Dusty vroeger wel es met een zeehond speelde. Dat zou ter hoogte van Arkeen zijn geweest, van hier zo'n drie rotskilometers, maar vanaf Bridie een kilometer langs het strand van Trawee.
Even later zag ik een vogel wegvliegen van mijn afwasrek. Maar een paar meter, toen streek ze neer uit mijn zicht, achter een rotsblok. Dat is niet slim als je mijn aandacht wilt ontvliegen. Ik hoorde een aanhoudend tikken en poema-de nader. Daar zat ze, met een huisjesslak in de snavel. Ze trachtte de schelp te breken voor het hapje binnenin. Maar, net als met vele moderne verpakkingen, viel dat niet mee. De hele 'Burren' hier bestaat uit kalksteen, dus zo'n schelp is rotshard. In de schaduwen glinsterde de vorst gevaarlijk en toen ik weer opkeek was de vogel gevlogen, een onvoltooid drama.
Gisteravond is het gaan dooien. Vannacht bulderde de wind om de bus, blies de boei van z'n voetstuk en mijn afvalbak onder z'n mono-deksel vandaan.
De deining licht op in smaragd onder schuimende woede. Hier is de schoonheid niet kapot te krijgen.