Iedereen kent van die gouden momenten dat je denkt: wat zou ik hier graag een foto van gemaakt hebben. Meestal heb ik mijn camera onder handbereik, maar ook dan is de natuur me wel es te snel af. Zoals dit voorjaar. Ik kwam net uit de bus om water op te zetten voor mijn ochtendpap toen ik het luidruchtige gekras van kraaien hoorde. Ze waren met z'n tweeën en vielen een reiger aan. Deze leek daar niet overmatig van onder de indruk. Met brede slagen wiekte hij voort en maakte af en toe een elegante manoeuvre om zijn lastige belagers af te schudden. De tumultueuze ruziezoekers brachten hem een paar keer uit zijn koers, maar dan hernam hij zijn vlucht onverstoord. Een archetype van zelfvertrouwen en waardigheid tegenover de overmoedige onverlaten. Een uit de lucht gegrepen fotofeil.
Dit beeld komt me altijd weer voor de geest als ik een koninkrijk voor een camera zou willen geven. Zoals vanmorgen. Ik had net theewater opgezet binnen in mijn keuken toen ik een paar keer een zacht 'pjoej, pjoej' hoorde. Het klonk als een gewond dier, maar ik verwierp deze gedachte onmiddellijk. Geen dier is zo dom om zijn weerloosheid te verkondigen. Ik keek wat slordig naar waar het vandaan leek te komen en tuurlijk zag ik niks. Op dat moment waaide mijn voorraaddoos van de buitentafel en stuiterde over de rotsen. Direct daarop klonk de alarmkreet van scholeksters in mijn oren: 'look out look out look out'. Een heel gezin, pa en moe met een stuk of vijf jongen, prachtige miniatuurtjes, zo klein en toch al gesneden zwart-wit met een oranje snavel. Ze zouden haarscherp kleurrijk gestoken hebben gestaan tegen de glasgroene golven. Op een foto.
Ik ben nu net terug van een rotsloop naar de noordsteen van mijn reservaat. Dat gaat over enorme brokken tot zeker 20 ton, die op de kust zijn geworpen in 1850. Er vond toen een zeebeving plaats ter hoogte van Portugal en de resulterende tsunami, hoewel afgeremd door de Aran Islands, gooide duizenden tonnen aan steen op Kaap Koeiekop. Kijk, daar had ik nu dolgraag een paar foto's van willen maken.
De kleine foto op de home page lijkt een gemiste kans om Dusty in sprong te fotograferen. Het is echter een bel die ze onder water blaast als vreugde uiting. Ze doet dit, vooral de laatste tijd, regelmatig, maar het is puur geluk als je dit op de foto krijgt. Hieronder mijn enige treffer.
Op de terugweg van mijn rotsren liep ik schuin voor de wind, die net bij mijn tegenwindbril inblies. Wegens traanvorming en ten gevolge daarvan onvoldoende diepzicht om nog veilig voort te gaan ben ik afgedaald naar de drooggevallen vlakte die juist uitzonderlijk uitgestrekt was vanwege de volle maan. Ik liep voorzichtig over het licht met zeesla begroeide gebied en klom op een rotsblok met voetveilige zeepokken, vlak aan de rand van het water. Iets ronds kwam achter een scherp gelijnde golf vandaan. Ik bevroor en zag een grijze zeehond. Die zie ik hier wel vaker, maar nog nooit van zo dichtbij. Hij kwam vrij hoog en zorgeloos uit het water en keek om zich heen. Toen hij me zag, verdween hij meteen onder water, maar drie tellen later kwam hij alweer boven en keek weer naar mij, alsof hij zich vergewissen wou of ik echt was. Weer verdween hij, maar kwam direct daarop weer boven. Dit herhaalde hij een keer of vijf, kennelijk onzeker of ik echt was of slechts een suggestieve rotsformatie. Ik ben de hele tijd stokstijf blijven staan, maar misschien is hij wel zo geschrokken van zijn twijfel dat hij het op z'n zenuwen kreeg. Ik heb daar nog zo'n tien minuten standbeeldstil gestaan, maar hem nergens meer gezien. In dit geval had ik meer het gevoel alsof ik op de foto kwam, maar dan gekoppeld aan een bewegingsmelder.
Bij zulk laag water komen er ook altijd rotspoelen vrij. Niet van die dichterbij de kust door water bewogen ingesloten stenen uitgesleten ronde gaten, maar grotere vijvertjes met glashelder water, waarin je hoe langer je kijkt hoe meer je ziet. Vaak stroomt er nog water uit dat niet direct door het tij is meegenomen. Zo kwam ik ook bij een ruwweg vierkante vijver waar het water aan tegengestelde zijden uitstroomde, en nog vrij snel ook. Dat kan dus niet. Of het stroomt naar de ene, of naar de andere kant, tenzij er water instroomt. Dat was ogenschijnlijk niet het geval. Dan moest het ergens van onderen komen, uit een ondergronds kanaal en dan zou het heel goed zoet kunnen zijn. Ik heb dus bij beide uitstroomversnellingen een handje water geproefd en inderdaad, het water was zoet met een licht zilte afdronk. Toch maar even checken of het geen 'wishful drinking' was met een handje water uit een onverdacht zeebekken. Nou en of dat zout was.
Nog even heb ik overwogen om in wetsuit in de zoete vijver te gaan kijken of er nog ergens een grot in het spel was. Maar deze vijver is vrijwel altijd onder water, ook bij eb. Maar ik weet nu dat daar een uitgang is.
Maak daar maar es een foto van!
Ze zeggen dat een foto meer zegt dan duizend woorden, maar als je die niet nemen kunt, dan zul je het met woorden moeten doen.