12 december 2007
Je zou kunnen zeggen dat mijn keukenhol landbreuk heeft geleden. Dat zit zo. In de vorige drie afleveringen heb ik verteld op zoek te zijn geweest naar gigagolven. Dat is niet erg gelukt, maar afgelopen zaternacht hebben voornoemde golven mij gevonden. Het waaide alweer leunhard en omdat er ook springtij aan zat te komen ben ik zo verstandig geweest om de bus achter de winkel, ongeveer 30 meter hoger te parkeren. Omdat de ‘funny lane’ nogal modderglad was ben ik zondagmorgen lopend en met mijn thermosfles naar het weitje gelopen om water te koken voor koffie. Omdat ik nogal diep in gedachten het laantje afliep zag ik pas beneden wat een zootje het was op het gras. Overal lagen vuist- tot voetbaldikke stenen als pepernoten uitgestrooid. Wie schetst mijn verbazing, laat ik het zelf maar doen, toen ik mijn keuken aanschouwde. Twee van de drie platen multiplex lagen ernstig geknikt als neergeschoten gangsters over de resten van de stenen ommuring. Mijn gasfles lag ingebed onder gevallen stenen en voor mijn gasstel leek alle hoop verloren. Wanhoop overspoelde mij en humor leek een houtvlot buiten mijn bereik. De rest van de zondag heb ik uitgerust van mijn emoties, maar maandag voelde ik mijn krachten alweer toenemen en heb ik met een aangespoelde visbak op sleeptouw de stenen van het weitje afgezameld in ongeveer 15 slepen met halfvolle bak. Beelden van vroegere scheepsjagers koortsten door mijn verbeelding.
Als een weliswaar bebaarde, maar reddende engel verscheen Willem op het slagveld. Na een brainwave wist hij een aangespoelde telefoonpaal te liggen. Deze hebben we met twee man en een heleboel macht naar de bus gesleept en half er uithangend naar het rampgebied gereden. Toen werd het donker en niks te vroeg. Wekenlang was ik niet zo moe geweest en Willem bleek later als een blok op zijn sofa in slaap te zijn gevallen.
Vandaag was er weer een nieuwe dag en ook deze werd goed besteed. Ik heb eerst de muren van het hol weer op hoogte gebracht. Toen ging de paal, die precies de goede maat had, er in de lengte overheen. Daarna heb ik de ergst geknikte plaat weer terug gebogen en voor de stevigheid met een plank verbonden. Toen ik twee platen potdekselgewijs had opgelegd kwam Willem me helpen met de laatste en de fine-tuning. Er zitten hier en daar nog een paar royale tochtgaten, maar die krijg ik ook wel klein.
Mijn keukenhol is nu een kop hoger en dat biedt weer meer zitjes. Al met al moge het dan een behoorlijke klus zijn geweest, maar ik ben er beslist niet op achteruit gegaan.
Zelfs de oudste Fanorianen kunnen zich niet heugen dat het water ooit zo hoog kwam. Niet alleen voel ik een natuurlijke aantrekkingskracht jegens water. Nu is gebleken dat mijn gevoelens ook worden beantwoord.
Jan Ploeg, weitje droog, 12 december 2007
print versie