Dolphin Address 30
24 juli 2005
Hier zit ik dan, met touwhaar en afwashanden, uithuiverend op de bijzet tafelrots in mijn natpak, mijn huig te ontzilten en na te genieten van een plakboek ervaring.
Omdat ze met z’n zevenen Dusty lagen af te stoffen meende ik mijn kans te kunnen grijpen om nu es ongestoord door de ruddy dolphin over de kelptuinen te kunnen glijden.
De zon scheen royaal door onder de golven en het wuivende goud werd afgewisseld door diepe spelonken, zilveren zandstrandjes en Japans aandoende rotstuintjes. Wat ik in het zwembad vaak had geoefend kon ik hier in praktijk brengen: ik zwom als gewoon, maar dan op één zij met vol zicht op de loodrechte rotswanden. Omdat je je oriëntatie gevoel op de proef stelt is de ervaring des te intenser.
En natuurlijk kwam ze over en bleef in de buurt. Af en toe een knuffel maar meest serieus naar diep en kijken wat die flying dutchman toch zo interesseert in haar tuintjes. Vette zeebaarzen die schielijk de kelp in schoten, dansende kleine visjes die het zonlicht in zich zamelden, zeesterren en egels en idyllische open plekjes tussen de wuivende gouden wouden.
Toen ze me twee jaar geleden een zalm van over de halve meter bracht was het duidelijk dat deze het er niet mee eens was. Ze duwde onder luid gezoem en corrigeerde met haar snuit de vis in een baan die naar mij leidde.
Toen ik in de buurt van mijn instap rots gekomen was en nog wat na dook zag ik haar in een flauwe bocht naar me toe komen. Direct voor haar snuit op een centimeter of 20 zwom iets heel duns. Het was een visje van niet meer dan 15 cm lang en 10 cm hoog met een ge ‘rockwashed’ te kleuren van geel en bruin met een mimicry oog aan beide zijden op de buik. Het leek nog het meest op een koraal duivel in kelp versie. In verhouding deed het me denken aan die foto van een gigantische Russische onderzeeër waar een kano voor langs vaart. Maar het wonderlijke was de afstand tussen beide. Die bleef zo constant dat het leek als of beide aan elkaar verbonden waren.
Het visje leek totaal op z’n gemak tussen de twee grootste roofdieren van land en zee en ik had niet de indruk dat Dusty haar met sonar dwong. De hele Disney parade stopte een paar decimeter voor mijn neus en had iets weg tussen het voorstellen van een goede vriend en een inspectie door de burgemeester van Kelpstad. Toen ik mijn hand in groet uitstak, vinde het visje waardig en ongehaast naar de diepte. Dusty bleef hangen en keek toe met een glimlach.
Soms lijkt de kelp op een monocultuur, maar van nu af zal het voor mij nooit meer monotoon zijn.
Jan Ploeg, Weitje Fanore, 24 juli 2005
print versie