Dolphin Address 10
16 augustus 2004
Vorig, en dit jaar alweer, heb ik grapmatig melding gemaakt van de mensen die hier op het weitje 'naar Amerika komen kijken'. Dat gebeurt de laatste tijd zo vaak, dat ik me in het fenomeen ben gaan verdiepen. Het is voor ons praktisch interessant omdat wij hier wonen. Onze privacy bescherming kent meerdere gedaanten.
In het Duits zeggen ze dat een hond 'bellt'. De honden van onze 'bovenburen' zijn onze deurbel. Maar als de wind verkeerd staat hoor je ze niet, het zijn ook maar 'Trethupes', met de voet bediende blaasbal toetertjes. Dus houden we min of meer een oog op het laantje, waar we een honderd meter zicht op hebben. Als ze dichterbij zijn horen we ze vaak, maar niet altijd, want soms zijn ze alleen of hebben elkaar niets luids te zeggen. Zodra we ze zien, waarschuwen we elkander: 'Tourist Alarm'.
Dit weitje is gemeentegrond. We mogen hier zijn, tenzij iemand zich gegrond over ons beklaagd. Alvast een prima reden om de boel hier schoon te houden. Verder hebben we hier evenveel recht als ieder ander. Als, zoals laatst met 'Bank Holiday' hier mensen komen kamperen, dan gaat ons dat niet aan, zelfs wanneer ze een halve regendag lang vanuit hun schuil-auto recht in ons huishouden staren. Maar dat zijn gelukkig uitzonderingen.
Laatst kwam ik van de winkel en liep een eindje achter een paar toeristen het laantje af. Ik probeerde door hun ogen vooruit te kijken en zag in de verte de zee. Zou het dan een gemoderniseerd 'Thalassa!' gevoel zijn? Een zich onweerstaanbaar aangetrokken voelen door de grote plas? Of zelfs een rudimentair 'terug naar de oersoep' gevoel? Ze weten dat ze niet verder kunnen. Dat elke stap twee is, want ze moeten ook weer terug en de meeste doen dat binnen vijf minuten. Misschien ligt de diepere psychologische drijfveer in het berusten in het Onvermijdelijke. Sterker nog, in het omarmen daarvan. Het zoeken en vinden van iets overweldigends dat vervolgens weer achtergelaten kan worden.
Misschien moeten we toch wat aardiger voor ze zijn, zelfs een stukje mentale ondersteuning bieden, of op z'n minst zeewaterthee met blaaswier gebak serveren voor hen die het moeilijk hebben. Papieren zakdoekjes uitreiken waar zilte tranen gestelpt willen worden. Mitella's en drukverbanden in gereedheid houden voor hen die een misstap maken op de rotsen.
Funny Lane leidt voor ons naar het paradijs, maar we kunnen niet iedereen bergen. Vroeger of later loop je op tegen de beperktheid van het Geluk.
Jan Ploeg, Weitje Fanore, 16 augustus 2004
print versie