Dolphin Address 4
19 juli 2004
Via het formulier onder aan
contactpagina van mijn Homepage krijg ik regelmatig post van lezers. Vaak zijn dit scholieren die informatie vragen voor hun werkstuk over dolfijnen. Veelal is deze beschikbaar in de literatuur of staat ze al elders vermeld op mijn of andere dolfijnen websites. Omdat ik geen kantoor ben laat ik dit werk aan hen over, zodat ik het mijne kan doen.
Soms komt er echter iets binnen dat interessant is. Zoals de informatie die een opmerking betrof die ik maakte over walvissen die in een woestijn zwemmen omdat de zee geen zoet water verschaft
(DA 19, 2003). De reactie hierop plaatste ik in een
Extra Editie, 16 augustus 2003 en dit was meteen het begin van een waarlijk vruchtbare vriendschap.
Deze keer ontving ik een e-mail van Roland Cools, over de manier waarop dolfijnen hun waarnemingen communiceren. Als bron noemt hij de Avatar cursus van ene Harry Palmer:
'Dolfijnen zenden een geluidsgolf uit die weerkaatst wordt. Als deze terugkomt sturen ze een nieuwe geluidsgolf die botst met de inkomende, zodat beide interfereren. Uit dit interferentie patroon ontstaat een geluid, dat door de dolfijn wordt geïnterpreteerd als een driedimensioneel beeld van de waarneming'.
Oplettende lezers van mijn website kunnen de informatie herkennen. In
DA 1, 2003 en in
DA 15 heb ik deze theorie onderzocht en een paar foto's getoond van trillingen in het water nabij Dusty's hoofd.
Harry Palmer, vervolgt, bij monde van Ronald, met te stellen dat, in plaats van de gebruikelijke sonar geluiden, de dolfijn het interferentie patroon van zijn waarneming naar een andere dolfijn zou kunnen zenden. Dit houdt de aanname in, dat dolfijnen communiceren met sonar. Hoewel ze elkanders sonar kunnen horen en dus elkanders weerkaatsingen zouden kunnen interpreteren, zal het gebruik ervan in principe beperkt blijven tot de locatie van waaruit het oorspronkelijk werd verzonden. Bovendien beschikken dolfijnen al over een fluit, klik en maffe geluidentaal.
De toeschrijving van fantastisch-realistische eigenschappen aan dolfijnen contrasteert scherp met hun eigenlijke gedrag. Een paar dagen geleden speelde Dusty de hele middag met twee lege, aan elkaar gebonden flessen. Ze trok ze mee met een borstvin en soms haakte ze de flessen aan haar rugvin. Ze liet ze drijven totdat iemand ze wou pakken en snaaide ze dan weg. Een geestig spelletje dat blijk gaf van haar listigheid. Maar zou ze in staat zijn haar locaties met dezelfde precisie aan andere dolfijnen door te geven? Flessen bewegen enkel op de golven of stijgen in vrijwel rechte lijn op. Prooi vissen daarentegen zijn heel wat beweeglijker. Naast het locatie probleem moet ze in staat zijn het geluidspatroon dat ze ontvangt te reproduceren. Dit moet dan ontcijferd worden door de ontvanger. Als deze niet bekend is met het betreffende doelwit lijkt dit onmogelijk.
Hoe ik deze theorie van doorverzonden datacomposities ook benader, ze blijft tragisch in gebreke. Het zou echter typisch dolfijns zijn als hier een soort van verassing in stak.
Jan Ploeg, Fanore weitje, 19 juli 2004
print versie