Dolphin Address 15 2003
17 juli 2003
Sinds ik weet hoe ik de binnenlens van mijn onderwaterhuis condensvrij kan houden ben ik de koningin te rijk met mijn kannonnetje krachtschot. Dusty onderwater filmen, daar had ik twee maanden geleden nooit never niet eens bij stilgestaan, maar dankzij een belastingteruggave, die inmiddels door de gemeente is verrekend met mijn vakantiegeld, heb ik hem nou lekker toch.
Er zit nogal wat verschil tussen de op de watervleugel gemonteerde camera dwars door hoog op toornende golven te scheuren of met je hakken in je nek de onmogelijkste capriolen maken om Dusty's bochtenwerk vast te leggen en relaxt languit met een kiwidrankje haar verrichtingen tot in het kleinste detail zo vaak als maar nodig herhaalt te zien op de monitor van mijn laptop.
Dan zie ik bijna watertandend hoe koket ze haar kontje in de bocht gooit. Hoeveel ze haar staartstok zijdelings beweegt. Niet alleen om te sturen, maar ook voor aandrijving. Wanneer ze als sporen ammunitie tritsen belletjes loslaat.
Hoe ze haar staart bijna dwars zet om af te remmen. Wat een grip ze op het water heeft. Of ze nou praktisch stilligt of met een bloedgang van bijna recht onder me omhoog sprint, daarbij nog es 90 graden om haar lengte as draait en op centimeters afstand langs me, hoog uit het water springt. Inmiddels heb ik m'n benen omhoog op de kastrand. Wat een luxe!
Als ik de foto beelden met die van de film vergelijk, dan zijn ze solider en helderder, meer doortekend. Je kunt er rechthoekige selecties uit halen en deze tot 800 % uitvergroten.
Ik had vanaf de vijverrots nog een aantal foto's van Dusty genomen, terwijl ze aan het spelen was met een achttal mensen. Toen ik deze wat beter bekeek zag ik weer diverse trillijntjes, zoals beschreven in
'De Tiara van Pollenawatch', 'Dolphin Address' 1 van 2003. Dat vind ik nou leuk en het blijft me bezig houden:
Als je het hoofd van een dolfijn bekijkt, dan zie je dat deze hydrodynamisch is gevormd, als een soort kegel. Behalve aan de bovenkant. Dat betekent dat er daar meer water langs stroomt dan aan de flanken en de kin. Er ontstaat daar een drukverschil. Mensen kunnen nauwelijks verschillen in waterweerstand opmerken (of het moet al zijn bij drinken uit de kraan), maar als je 40 kilometer per uur kan zwemmen, dan heb je een groot beoordelingsbereik.
En als er een afwijking in de stroom langs de vouw in het hoofd ontstaat, dan mag je niet verwachten dat deze kromming willekeurig is. Dit zal de dolfijn ongetwijfeld zelf bemerken, het zal in haar waarnemingsvermogen zijn ontwikkeld en ze zal het kunnen hanteren.
En zo kom ik weer bij mijn eerdere hypothese, dat dolfijnen een akoestische band rond hun hoofd genereren om hun sonar ontvangst te verfijnen. Zouden ze dat dan zo doen? De dolfijn in mij weet het.
Jan Ploeg, Ballyvaughn, parkeerplaats, 17 juli 2003
print versie