Ik weet niet goed hoe ik dit moet brengen, want vroeger of later gaat het toch gebeuren. Laat ik maar kort voor de kop zijn. Mijn nieren zijn ernstig aangetast door het 30 jaar slikken van lithium carbonaat. Dit zijn bepaald geen pretpillen.
In 1948 bevonden medische wetenschappers in Israël dat binnen een groep bipolaire patiënten (beter bekend als manisch-depressief) degenen die een dieet volgden, waarvan zeezout (dat lithium houdt) een deel uitmaakte, aanmerkelijk minder onder hun aandoening leden dan degenen die dat niet volgden. Het feit dat lithium giftig is werd beschouwd als een geringe prijs voor het over het algemeen gunstige resultaat.
Ik werd getroffen door MD in 1973 en het kostte twee jaar van onvoorstelbare ellende voordat ik als zodanig gediagnostiseerd werd. Ik werd voor een half jaar opgenomen in een ziekenhuis waar ik op lithium werd ingesteld.
Ik ben daar nooit erg gelukkig mee geweest. Het nam weliswaar de psychoses weg en die waren het ergst, maar het had nauwelijks invloed op mijn half-jaarlijkse cyclus van hemelhoog juichend naar dodelijk bedroefd.
Uiteraard heb ik veelvuldig geïnformeerd of er iets was dat de depressies kon wegnemen of op z'n minst verzachten. Maar dan kreeg ik te horen dat er een risico bestond, dat antidepressiva mijn stemming nog verder onderuit zouden halen. Zo werd de beslissing en, als het inderdaad slechter zou uitpakken ook de schuld, aan mij overgelaten. Dus niet, dus.
Ik ging iedere maand naar de poli-kliniek, waar mijn bloed werd onderzocht op het lithium gehalte. In 1998 werd ik in kennis gesteld van de toename van lithium en de directe bedreiging die dit inhield voor mijn nieren. Omdat ik altijd behoorlijk in de groene zone was heb ik mijn psychiater gevraagd of ik het teveel kon verminderen tot waar het nog effectief was. Hij wilde daar niet aan omdat hij vond dat alles toch goed ging. Ik stond hier echter op, tot het zover kwam dat ik stelde dat ik het met, maar ook zonder hem zou doen. Uiteindelijk gaf hij toe en daarna kwam ik elke week voor controle, terwijl ik langzaam de dosering verminderde. Ik kon het verminderen van 1800 mg per dag tot bijna de helft hier van, 1000 mg per dag.
Ik ging door met deze dosis tot 2005. Toen had ik een vriendin die mij zoveel vreugde en verdriet bezorgde dat dit diende als een natuurlijke vervanging. Wij gingen uit elkaar begin 2006 en ik vliegwielde door het jaar tot dat ik met de Kerst instortte op het vliegveld van Eindhoven in de rij voor de in-check balie van Ryanair. Ik werd voor een maand in het ziekenhuis opgenomen en kreeg daar twee soorten medicijnen toegediend die heel anders waren dan lithium. Daarna keerde ik terug naar Ierland en herstelde op de boerderij van een vriendin. In dat halve jaar kreeg ik een derde medicijn dat de winnende combinatie voltooide.
Omdat ik mijn opluchting niet in minder woorden kan uitdrukken kan ik enkel zeggen dat deze weerspiegeld wordt op mijn website. Degenen die van een 'happy end' houden kunnen hier maar beter ophouden met lezen.
Afgelopen woensdag ging ik naar de nierkliniek in Galway voor mijn twee maandelijkse controle. De Ierse ziekenhuizen mogen er uitzien als in Nederland in de jaren vijftig, maar dit wordt ruimschoots goedgemaakt door de vriendelijkheid en zorgzaamheid waarmee praktisch iedereen mij bejegend. Iedereen is aardig en dit is de formidabele sociale kracht van de Ieren. Ze noemen me allemaal bij mijn voornaam en dit geeft me het gevoel dat ik besta.
Dit al verzachtte de klap behoorlijk, maar toch nog deed het zeer. Ik sta nu op de wachtlijst voor een 'fistula'. Dit kun je het best omschrijven als een stopcontact voor mijn bloedsomloop zodat ik aangesloten kan worden op een dialyse apparaat.
Nu al wordt ik overladen met informatie over wat me te wachten staat en hoe ik daarbij moet handelen. Ik zal drie keer in de week voor dialyse naar Galway moeten voor vier uur durende sessies. Het is geen onwil, weet je, maar ik zou niet op een technische manier willen doodgaan, overheerst door medische termen en statistieken.
Maar er is een straaltje licht. De dokter zei dat ik een uitstekende kandidaat was voor een niertransplantatie. Nu heb ik er aan gedacht om jullie uit te nodigen om eentje te doneren, maar ik kreeg nog een beter idee. Als ik dan toch verbouwd word, waarom dan niet zo, dat ik beter ben aangepast aan mijn favoriete omgeving. Zou het niet een grote inter-soortelijke uitdaging voor de wetenschap zijn om mij uit te rusten met een nier van een dolfijn? En als ze dan toch bezig zijn, misschien ook een blaasgat in mijn nek en een rugvin van mezelf?