Dolphin Address 32
Gisteren en vandaag waaide het kracht tien vanuit het westen. Vanuit de Atlantische oceaan dus. Wonderlijk eigenlijk als je de daaruit ontstane golven gaat beredeneren. Eerst begint het te waaien, waardoor golven ontstaan. Deze vangen meer wind, dus worden ze hoger. Daardoor vangen ze nog meer wind, worden nog hoger, enzovoort.
Volgens deze redenering zouden ze dus steeds maar hoger worden, maar dat doen ze niet. Er is een limiet, waar de golven zo hoog en dus zo zwaar worden, dat de wind ze niet verder op kan stuwen en de krachten tot een evenwicht komen.
Gelukkig maar en hoe zit dat dan? Zo’n golf weegt natuurlijk nogal wat. Als jje hem voorstelt als hebbende een driehoeksdoorsnee, een halve meter hoog en een basis van 3 meter, over een breedte van 7 meter, dan kom ik tot de volgende berekening: de oppervlakte van een driehoek is basis maal halve hoogte, 300 x 25 = 7500 cm². Dit keer een breedte van 700 = 5.250.000 cm³. Een liter is 1000 cm³, dus 5.250.000 cm³ gedeeld door 1000 = 5.250 liter. Als we het soortelijk gewicht van een liter water voor het gemak even op 1 stellen (in werkelijkheid is zeewater iets zwaarder), dan weegt 5.250 liter even zovele kilo’s en dat is dus vijf en een kwart ton. Maar golven worden niet instant tot hun hoogte geblazen. Dit en de snelheid waarmee ze zich voortbewegen, is het resultaat van een cumulatief proces. Het gewicht en de snelheid van een golf hebben een ‘freewheel’ component als deze eenmaal op gang komt. De wind houdt zogezegd het vuur brandende. Bovendien is een golf geen solide massa, maar een toevloed die zich plooit naar massieve obstakels.
Genoeg gerekend. Ik ben dus de golven in gegaan en dan lijkt alles anders omdat je deel uitmaakt van wat er gebeurt. Je wordt niet willoos voort- of opgeduwd door een hoge golf. Als je er tegenin zwemt, wordt je eerst naar de top gezogen en komt dan erover of erdoor in het zog van die golf terecht en die vertraagt je. Als je zo gestroomlijnd mogelijk gaat liggen, blijf je ongeveer op de plaats van dat moment. Het is dus belangrijk om je slagen goed te timen, want dan kom je tenminste vooruit. De terugweg, dus met de golven mee, deze zijn eender, maar de timing is anders. Ik leg me zo dicht mogelijk aan het oppervlak omdat de golven daar hun maximale kracht hebben. Ik lig te diep in het water om me als een surfer door één golf te laten voortstuwen. Ze halen mij in en ik wil zoveel mogelijk voordeel trekken uit hun energie. Wanneer ik met mijn voeten een golf voel aankomen dan kantel ik de mono omhoog en duw me met de golf mee, eerst enkel met mijn voeten en als deze bij de watervleugel komt, kantel ik deze naar beneden om dezelfde energie nog es te benutten. Als ik voel in het zog van de golf te zijn aangekomen neem ik even rust om me op de volgende golf voor te bereiden.
Het is een machtig gezicht zo vanuit het water een golf voor je op te zien torenen. Even bovenop heb je een panoramisch uitzicht, dan tuimel je eroverheen in het daarop volgende zogdal. Dit alles klinkt misschien heel gevaarlijk, maar als je uit de buurt van de rotsen blijft kun jje nauwelijks aan het water bezeren. Maar het is natuurlijk wel een woest avontuur. Achteraf gaat bij mij de wereld om me heen een beetje dwarrelen en verlies ik gemakkelijk bij tijden mijn evenwicht. Ik word er niet meer zeeziek van en dat scheelt een heleboel ellende.
Gisteren lag ik dus ook een beetje te bodysurfen met de golven mee. Dan krijg je met regelmaat een fikse duw van achteren en voor je er erg in hebt lig je alweer 10 meter verder. Plotsklaps dook Dusty naast me op. Ik had haar helemaal niet verwacht, dus ik was dubbel blij. Ze gleed naast me mee alsof haar lichaam geen weerstand kende. Toen ging ze dwars voor me liggen en wilde gestreeld worden. Dat heb ik maar al te graag gedaan en vrijwel overal, behalve haar staartvlakken, die hield ze angstvallig buiten mijn bereik. Ik vond het mieters, te gek, gaaf en vet om in zo’n watergang een dolfijn te verwennen. Soms bonsden we tegen elkaar aan, maar kennelijk zat ze daar niet mee, want ze bleef bij me. Ik had zelfs sterk de indruk dat zij er ook extra schik in had. Vandaag kwam ze niet. Toch ben ik daar niet droevig om. Ik tel mijn zegeningen. Ik tel ze een voor een.