30 maart 2008
Ik weet niet meer precies wanneer het begon, maar plotsklaps veroverde het woordje ‘like’ de hele wereld, zij het aangepast aan iedere afzonderlijke taal (in het Nederlands ‘eigenlijk’).
Gewoonlijk staan zulke rages niet op zichzelf. Ze vervullen een universele behoefte, maar al spoedig verworden ze tot stopwoord en worden los van hun afkomst gebruikt. Het gebruik van ‘like’ vormt hierop geen uitzondering. Er is echter een massieve onderstroom die leidde tot haar wereldomvattende adoptie.
‘Eigenlijk’ verder aangeduid met ‘like’, doet het voorkomen als ware er een wereld die parallel loopt aan de echte, fysieke, maar ze verwijst naar een ander niveau en neemt een toenemend aantal gezichten aan bij dezelfde mond.
Eén van de meest indringende ontwikkelingen van de laatste drie decennia is het temmen van de computer. Hoewel woorden als ‘cyberspace’ en ‘virtuele wereld’ aan hun terugtocht zijn begonnen lijkt het afgeleide ‘like’ een blijvertje.
Oorspronkelijk was het bedoeld voor een vergelijking. Dat wordt het nog steeds, maar haar belangrijkste taak lijkt het uitdrukken van de relatie tussen fysieke werkelijkheden en hun veronderstelde parallelle versie op een manier die verantwoordelijkheden ontwijkt: ‘Ik denk eigenlijk dat dit een acceptabele theorie is’ in plaats van ‘Ik denk dat etc.’ of zelfs ‘Dit is etc.’
Van een onderscheid tussen reëel en verondersteld, een stopwoord dat sjablonen invult tot een sociaal pistool waarmee naar willekeur overdreven vierletterwoorden als ‘like’ worden afgevuurd is de gemene deler het gevoel van veiligheid.
Persoonlijke verantwoordelijkheden worden omgeleid naar de computer.
Het gebruik van ‘like’ is als een virus, zeer besmettelijk en tamelijk onontkoombaar. Steeds meer mensen gebruiken ‘like’ niet enkel om gaten in de continuïteit van een conversatie te maskeren, maar meer nog omdat het simpel balanceert op het puntje van hun tong.
Van het aangeven van terughoudendheid tot een wildgroei van stopwoorden, alle vinden hun wieg in het onderscheid tussen de fysieke en de virtuele werkelijkheid.
Als we dit inzicht projecteren op ons favoriete onderwerp, de zelfbenoemde leunstoelgeleerden tegenover hen die uit eigen ervaring weten hoe je een verstandhouding met een dolfijn opbouwt, dan wordt klinkklaar duidelijk welke partij de aangenomen werkelijkheid uitoefent: ‘Dolfijnen zijn eigenlijk wilde dieren dus we moeten ze eigenlijk beschermen, omdat ze elkaar eigenlijk kunnen bezeren.’
Als je dit benauwde denken in de vuilnisbak wilt gooien ben je meer dan welkom op de conferentie over interactieve dolfijnen van 12 t/m 14 mei in Dingle.
Informatie en boekingen:
www.irishdolphins.com/conference
Zie ook '
Nieuws'.
Jan Ploeg, weitje Fanore, 30 maart 2008
print versie