17 september 2007
Niet te geloven. Luchten in grijstrappen en een wind die wappert rond mijn achterdeuren. Eén nacht die een verschil van dag en nacht maakt. Gisteren nog was de oceaan doorslingerd met gladde ‘olie paadjes’ en graasden enkel wat schapenwolkjes aan de horizon. Het zicht onder water was zoals ik het zelden gezien heb, minstens 10 meter. Het was alsof Noach zijn Ark had uitgelaten. Ik heb nog nooit zoveel verschillende soorten vis gezien.
Trekker vissen, de voorste vlijmscherpe stekel rechtop, daarachter waaierend en in formatie alsof klaar om aan te vallen en zich pas op het allerlaatst bedenkend. (Volgens Rod zit er een kleine stekel aan het einde van de rugvin. De Trekker vis vlucht bij gevaar in een spleet en zet dan zijn stekel op, waardoor hij zich verankert tegen aanvallers. Als je op de kleine stekel drukt gaat de voorste naar beneden!). Een hondshaai van minstens een meter die zich met onbekommerde elegantie over de kelptuinen slingerde. Zandalen in alle formaten, hoe groter per stuk, hoe kleiner in getal. Prachtige bruin oranje vissen die schichtig onder overhangen vluchtten en lipvissen met hun diamanten weerschijn. Een scholletje, slechts bij toeval ontdekt, perfect in kleur en tekening passend in het zand. Grote garnalen, het kunnen ook kleine kreeftjes zijn geweest, die schokkend snel van plaats wisselden. Zilveren vissen met zwarte schubpartijen en zeebaars, volle joekels van over de halve meter.
En in deze paradijselijke tuin, Dusty, alsof ook zij genoot van de helderheid van het water. Met dit zicht zie je haar al op afstand aankomen en kun je anticiperen op haar benadering.
Het was zondag, en ik heb nog nooit zoveel mensen zwemmend, op body- en surfboards, in kano’s en zeilbootjes bij elkaar gezien, één groot streel-de-dolfijn feest. Een opwinding van schaterende vreugde hing boven het water en telkens als Dusty opdook kon je aan de mensen horen waar. Omdat ik met mono en vleugel het snelste zwem en het diepste duik, en omdat we elkaar onderhand al 6 jaar kennen, kwam ze veel naar me toe en voerde me tot diepten waar ik zelden zwem. In haar gezelschap verlies ik elk gevoel van tijd en ga met haar, vaak zij aan zij,
tot aan het uiterste einde van mijn adem. Dan houdt ze plotseling in en draait nieuwsgierig rondjes om me heen tot ik omringd word door een Armada van peddelaars.
Ze is de voorzichtigheid zelve en beperkt de slag van haar staart in mijn nabijheid, zoals ik zorgvuldig voorkom haar met mijn monovin te raken. Soms voel ik haar schaduw boven me, dan weer ontdek ik haar snuit in mijn oksel. Hoelang was ze al daar? Zal ik dan toch maar een achteruitkijkspiegel op de watervleugel monteren?
Een duiker die met zijn lamp schijnt in een holte weet plotseling de dolfijn vlak boven zich die minstens zo nieuwsgierig meekijkt.
Zo groot als ze is, ze voelt de minste streling. Als ze het toelaat laat ik mijn hand satijnzacht langs haar lichaam glijden tot achter haar rugvin. Dan, langs haar staartstok, streel ik vingerlicht haar andere kant. Zo stel ik haar gerust, met een persoonlijk kozen.
Het zonlicht, dat, gebroken door de golven, over haar huid wordt uitgeschonken wisselt per invalshoek over haar als een gouden kleed met lichtpatronen als spinnenwebben in het vroege morgenlicht. Soms lijkt ze gestreept als een bar code, dan weer sprankelend geschubd, gemarmerd of met gorgelende lichtringetjes omwoven. Soms heeft ze een nonchalante golfpet op. Dit is zwemmen in een weelde van zicht dat pas ver weg in een blauwe waas oplost.
Om duidelijk haar luister aan te spreken neem ik de laatste tijd veelal een ketting mee. Meestal is even rinkelen genoeg en als ze bij me is laat ik de ketting vallen, zodat de schakels één voor één op elkaar rinkelen. De laatste ringtone die ik heb ontdekt is de ketting aan weerszijden even lang over mijn nek laten hangen en met mijn hand omvattend er af te laten glijden, waarbij het geluid een toonladder afdaalt.
Honderden foto’s heb ik van haar gemaakt waarvan ik er 66 heb uitgekozen, de een nog mooier dan de andere. Ik heb ze op een CD gebrand: ‘Ultimate Dolphin’. Ze zijn te bestellen via het contactformulier op mijn website voor 15 euro, samen met de ‘Dolphin Address’ DVD voor 30 euro. Om een voorproefje te geven heb ik in de foto afdeling nog drie zonovergoten foto’s van Dusty geplaatst, zie ‘Dusty water’, de bovenste drie. Uiteraard zijn de foto’s op de ‘Ultimate Dolphin’ CD op volle pixelsterkten (rond de 7 MB). Ik heb me nog nooit zo rijk gevoeld.
Jan Ploeg, White Strand, 17 september 2007
print versie