Dolphin Address 18
26 april 2005
Als je dolfijnen in het wild zien wilt heb je vooral geduld en dus veel tijd nodig. Ik ben hier vandaag op de kop af vijf week en heb alleen op mijn allereerste morgen twee keer twee en een keer zes dolfijnen gezien. Als het mensen waren zou je zeggen dat ze even nieuwsgierig waren.
Verlekkerd snoepte ik de vermeende boter van mijn neus, maar daar is het tot nu toe bij gebleven. Ik sta hier met de bus nog geen tien meter van de hoogwaterlijn, dus de oceaan maakt bijna de helft van mijn gezichtsveld uit en ik laat mijn ogen om de klaverhap over het water strelen. Dan focus ik op alles wat van water lijkt af te wijken en zo kun je vrij snel een groot gebied bestrijken.
In mijn Dingle jaren heb ik dit veel bij Minard Head gedaan. Dagenlang installeerde ik me comfortabel in de auto op een gunstig uitkijkpunt, maar van de legendarische 'Minard dolphins' heb ik er nooit eentje gezien. Wel ben ik ten prooi gevallen aan mijn eigen 'wishful thinking', want als je maar lang genoeg kijkt zie je ze o-ver-al.
Om te voorkomen dat mijn geest door langdurige blootstelling aan een betrekkelijke monotonie de vader wordt van ongewenste verbeeldingen pas ik daar de volgende scan-techniek op toe: dingen die voortdurend bewegen kun je heel even stilzetten door met je ogen te knipperen. Je creëert daarmee een kunstmatige moment opname die net lang genoeg duurt om een rugvin van een golf te onderscheiden. Als je dat niet doet is alles in beweging en aan twijfel onderhevig. Als ik meen iets afwijkends te bespeuren zet ik de verrekijker er op.
De afstand over water is vreselijk moeilijk te schatten. Daar waar ik in mijn onnozelheid nog dolfijnen meen te kunnen spotten vaart even later een vissersboot als een notendopje voorbij. Daar is een dolfijn niet veel meer dan een apostrof in een heel dik boek. Ook de golfgrootte is doorslaggevend. Bij een beetje golven valt je zichthoek letterlijk in het water. Ook al lijkt de oppervlakte leeg, het is toch maar een miniem gedeelte van deze continentale plat diepte. Je weet maar nooit waar en wanneer iets plotsklaps naar de spiegel kan komen, zelfs als het 'enkel' een aalscholver is.
Dusty kwam vaak als vanuit het niets tevoorschijn en ik heb wel es vermoed dat ze me kon zien omkleden van vlak onder water. Het blijft intrigeren en ook al heb ik nog zo vaak rugvinnen gezien, iedere keer weer is het een piek ervaring en dat geldt wel voor iedere dolfijn zwemmer. Zodra mijn verkoudheid voorbij is ga ik Dusty tot op de bodem uitzoeken.
Jan Ploeg, Fanore weitje, 26 april 2005
print versie