Dolphin Address 13
26 maart 2005
Eén enkele nacht was me gegund op het weitje. Toen ik over Funny Lane terugreed had de regen de modder zo glad gemaakt dat ik een half uur slippend manoeuvreren nodig had om weer vaste grond onder de banden te krijgen. Mick bracht me van mijn voornemen af om er zand over te strooien omdat het een openbare weg is. Ik denk dat ik er maar illegaal gras ga zaaien in de schemering. Duurt wat langer, maar is wel zo gemakkelijk. Voorlopig sta ik dus weer op mijn oude plekje in de duinen.
De smaak van melk zet me weer met de voeten in het gras.
Ik zie iets zwarts dat op een vleugel lijkt heen en weer bewegen. Een dooie kraai misschien? Ik ga kijken en natuurlijk is het plastic. Alles wat eetbaar is ligt hier niet lang.
Bridie's stem klimt drie octaven van verontwaardiging hoger als ze vertelt dat voor het nieuwe waterleiding stelsel nog geen water beschikbaar is. Een voorstel om voorlopig vanuit het oude reservoir te continueren is afgewezen. Het zou de nieuwe pijpen kunnen besmetten. Het dringt tot me door dat de bewoners dit water nog steeds drinken. Even samen gezellig katten op de regenten.
Het zal de spin in mij zijn, maar zodra ik hier ben wil ik weer even overal geweest zijn. Zo laadt ik mijn automatische piloot weer met alle bochten, hellingen. potholes en overige bijzonderheden.
Herinneringen komen boven drijven als de onderkant van een ijsberg. Onderweg trakteer ik me op de blues. Een hopeloze neger uit de stal van Jan van Dijk, zingt, begeleidt door hier&daar een snaar, dat hij 's morgens wakker wordt
en zijn geliefde hem verlaten heeft. Uitgeslapen triest.
Ze hebben een bord met max 80 aan het bergweggetje over de Slieve Elva geplaatst. Aan de kant van Lisdoonvarna. Vanuit Fanore niet. Dit moet bedoeld zijn voor briljante en krankzinnige chauffeurs, want ik haal op dit bochtige, steile weggetje echt niet meer dan 60.
Soms voelt het alsof ik hier vorige week nog langs gereden
ben. Voor de deur van de hardware store ( niks computers, spaden&bijlen)) in Ennistymon is gemozaiekt: 'Be honest and fear not'. Hoe bemoedigend dat het Goede ook waar kan zijn.
Lahinch zou Lahinch niet zijn zonder een hopeloze verkeersopstopping in de hoofdstraat. Baaibreede, bereisde golven spoelen op dit surferparadijs af.
Voorlopig ben ik even in de hemel met een nipplefles steenkoud drinkwater, het kan mij binnen niet koud genoeg zijn.
Er zijn verassend veel toeristen. De rotsen kennen geen slappe tijd en ze moeten allemaal gerekend hebben dat het nu wel rustig zou zijn. Het zijn allemaal slimme mensen en ze rijden heel voorzichtig in en stoppen vaak hun BMW's, Audi's en Mercedessen. Dit is het seizoen voor de ouden van wagen.
Als een groot vluchtend pre-motorisch insect rijdt een boer zijn tjoekende tractor off the road. De weg is afgezet met een soort gedrongen brem waar gele kelkjes doorheen vlinderen.
Omdat Dusty gesignaleerd zou zijn bij Spanish Point, ter hoogte van Milton Malbay, ongeveer 30 km. ten zuiden van Fanore, rijd ik er naar toe. Een snijdende wind blaast me bijna van het verminkte kustpad. Mijn jas zou 'splendid isolation' kunnen heten. Metershoge golven slaan hier met daverend geweld op de klippen waarop ooit een deel van de Spaanse Armada is gelopen. Hier laait de toorn van de oceaan. Zo koelt ze haar woede wateren op de riffen. Rollende kammen torenen hoog op, de wind stuift het schuim van de kruiende kruinen en maakt de rest van mijn dictafoontje onverstaanbaar.
Op de rotsen ben ik zo voorzichtig als een oud mannetje. Ze kunnen zonder enige vorm van waarschuwing spekglad zijn en uit ervaring weet ik dat niet zo zeer het vallen als wel het neerkomen onthutsend zeer kan doen.
Bij het weitje heb ik alweer twee otters gezien. De volgende morgen twee keer twee en een keer zes dolfijnen. Benny Goodman speelt 'Swim, swim, swim'. Hope is the dope for the common man.
Jan Ploeg, Fanore duinen, 26 maart 2005
print versie