Dolphin Address 32
2 december 2004
Sinds onze onfortuinlijke aanlanding (
DA 29) zijn we op zoek geweest naar een veiliger plaats om het water in en uit te gaan. We vonden een plek op de zuidpoot van Pollenawatch, die, althans voor de hogere getijden, praktisch perfect is. Het wordt wonderlijk beschut tegen inkomende golven en mondt uit op onmiddellijk diep water. Tussen de rotsen loopt een tamelijk verborgen mens brede geul naar de oceaan. Er is voldoende steun aan weerszijden om je in of uit de natte wereld te schuifelen.
Toen ik me voorbereidde om de gloednieuwe watervleugel te gaan testen ontmoette ik onverwachte belangstelling. Dusty had haar snuit vrijwel op de rand gelegd, zodat ik geen ruimte had om er in te gaan. Ik ging voorzichtig zitten en liet mijn monovin neer in het water. Het was glashelder en ik kon de gerimpelde rotsformaties en de verspreide molenstenen op de zeebodem zien.
Ze deinsde net genoeg terug om me welkom te doen voelen en ik gleed er rustig in. Ik voelde me weer in de armen van de zwaartekracht en onder nauwkeurig onderzoek van een dolfijn die mijn overgang van mens naar waterwezen bestudeerde.
De watervleugel voelde in mijn handen als het voeren van een machtig zwaard, de robuuste, met rubberen zeilen bespande roestvrij stalen boog flitste vooruit en kerfde door het water. Haar gewicht werd vrijwel teniet gedaan door haar opwaartse druk en de opheffing van de zwaartekracht door de werking van de vleugelbaan.
Haar massa, echter, wordt gemakkelijk in beweging gebracht en werkt als een vliegwiel. Ze behoud haar momentum wanneer haar koers wordt veranderd door slechts een vingerdruk. Dusty's response was zeer inspirerend. Het leek alsof ze instinctief aanvoelde dat er een nieuwe dimensie was toegevoegd aan de goeie ouwe watervleugel. Steeds weer nodigde ze me uit om samen verticaal naar beneden te gaan en daar hingen we dan met het hoofd bij de zeebodem en keken in elkanders oog en besloten welke ingewikkelde spiraal we nu weer zouden componeren op onze weg terug naar de oppervlakte.
Soms zwemt ze voor me uit en laat me naderen. Dan rolt ze haar buik naar boven en zwemt recht onder mij. Deze keer waren de rollen omgedraaid toen ze boven mij en ik op m'n rug zwom. Ik voelde haar vertrouwen in mij, haar zorg voor mijn water bewustzijn. Geen evaluatie gaat boven de hare, geen uitbundigheid dan de mijne. We deelden ons heel eigen juichend ballet in het ijzige Ierse water in warmbloedige, zoogdierlijke vrolijkheid.
Gewoonlijk hangt Dusty tot in minder dan kniediep water bij me als ik er uit ga. Nooit tevoren voelde ik me zozeer het kind dat naar bed moet. Alleen de belofte dat er meer watervleugel dagen zouden komen deed me uiteindelijk het water verlaten.
Jan Ploeg, Killohill, 2 december 2004
print versie