Dolphin Address 30
10 november 2004
Het water wordt kouder, langzaam maar zeker koelt een ijzige wind de grote plas. En dit is nog maar het begin. Dus zijn we afgelopen weekend naar Dingle gegaan. Ik wist daar een viertal wetsuit adressen waar we toch zeker aan een fatsoenlijk winterpak zouden kunnen komen. Maar we kwamen buiten het seizoen en konden slechts kiezen uit ontoereikende assortimenten die niets toevoegden aan onze water garderobe.
Gelukkig bieden Dingle en omgeving overvloedig natuurschoon. We liepen langs Sladeen en klommen naar Beenbaun Head. Een vermoeid ogende Fungi werd voortdurend omvaren door een speedbootje, zodat de schaarse passagiers op de bijhorende dolfijnboot hem goed konden zien. Pas toen er even geen boten in de buurt waren toonde Fungi zich als vanouds.
Hij springt dan heen en weer en lijkt terug te kaatsen op de waterweerstand. Zondag 'deden' we de Slea Head drive met z'n met eilanden bestrooide vergezichten en steile rotskusten. De adembenemende schoonheid werd tenslotte gesmoord in een 'drizzle'.
Maandag vertrokken we naar onze ultieme wetsuit tip: 'Tubes' in Cork. Op mijn lijstje van meest vermoeiende activiteiten staat het passen van wetsuits hoog genoteerd, maar de derde bleek reeds de ware te zijn. We hebben nu allebei een 6x4 Rip Curl Fireskin wetsuit, boordevol gebouwd met de laatste technologische ontwikkelingen, zoals superelastisch neopreen, naadloze schouders en een waterafstotende en warmtebehoudende binnenvoering. Dichterbij een onderwater kachel is nauwelijks denkbaar.
Het was al donker toen we de winkel verlieten, maar omdat we genoeg hadden van B&B's zijn we in een keer naar Killohill gereden.
Intussen stond Ciarán, de man die het frame van de watervleugel gaat maken, op ons antwoordapparaat. Omdat het veel te woest waaide om de wetsuits uit te proberen, spraken we af bij hem thuis in Creegh, een 40 km zuidelijker, om de details door te nemen van het prototype. Het was een lange, smalle en winderige weg, die deels over golven geplaveid leek. Hij toonde enkele cruciale voorbewerkingen en we namen een aantal details door. Het ziet er allemaal heel technisch haalbaar uit en in mijn geest zie ik Dusty met haar breedste glimlach op mijn schouders kloppen. Nu maar hopen dat ik het geduld kan opbrengen voor de Ierse gang van zaken. Hooguit een week zou nodig zijn voor de uitvoering.
Het zit me niet lekker dat ik zelf zo weinig kan doen. Alle vorige vleugels heb ik zelf gemaakt en heb dus voortdurend in mijn eigen tempo en naar beste inzicht kunnen handelen. Toch houd ik de 'finishing touch': de rubberen bespanning breng ik zelf aan. Ik begin al te reikhalzen naar het moment waarop de eerste buiswatervleugel haar maidentrip zal maken. Als het allemaal lukt, kan ik ze aan de lopende band laten maken.
Gisteren was er te veel wit water om onze pakken uit te proberen, maar vandaag leek het te doen. Ik ben mijn oude 3 millimeter pak gewend, maar deze 4/6 millimeter gleed even gemakkelijk aan en voelde warmer dan de kleren die ik zojuist in de snijdende wind had uitgetrokken. Het was hoog water, dus kon ik direct van de Vijverrots in het water springen. De twee kilo lood die ik extra aan mijn gordel had geregen compenseerde niet helemaal voor de aanwas van neopreen, maar ik kon toch met wat extra moeite de bodem bereiken.
Steeds meer kreeg ik het idee dat dit pak heel dicht in de buurt komt van het comfort dat Dusty van haar speklaag moet hebben. Ik had het niet kouder dan op de kant en voelde slecht sporadisch water binnen sijpelen. Ook op diepte duwde de waterdruk nauwelijks indringender. De beweeglijkheid is subliem, beter dan mijn oude pak. Alleen jammer dat Dusty er niet was. Toen we al weer aangekleed waren zagen we haar met een speedbootje mee zwemmen.
Wat een pak. Zoiets heb ik nog nooit om het lijf gehad. Normaal komen we steenverkleumd uit het water. Nu hebben we nog gezellig nagekletst, alsof we het water niet in geweest waren. We zijn met de VW bus gekomen, maar met een Rolls Royce weer naar huis gegaan.
Jan Ploeg, Killohill, 10 november 2004
print versie