Dolphin Address 30 2003
9 september 2003
Als mens denk je er niet bij na. Voor een dolfijn ligt dat een stuk gevoeliger. Dusty moet steeds weer een positie zoeken waarin ze kan ademen. Bij kalme zee is dat niet zo'n probleem. Ze kan ongeveer 8 minuten onderblijven, dus hoeft ze enkel naar de oppervlakte te komen.
Als het stormt, lijkt dat een stuk lastiger. Maar als ze uit het water kan springen, moet het nauwelijks moeite kosten om er iets hoger uit te komen. Daarbij beschikt ze over een verfijnd vermogen om het wateroppervlak waar te nemen. Met het omgevingsoppervlak van haar blaasgat kan ze de waterdruk peilen.
Ervaren snorkelduikers kennen dat: je voelt bij een opstijging het moment aankomen dat je de snorkel kunt leegblazen en vooral dat je nieuwe lucht kunt innemen. De leerschool is hard. Bij voortijdig lozen loopt de snorkel weer vol en heb je geen adem meer om hem nog een keer leeg te blazen. Vóóral kun je geen nieuwe adem halen. De enige uitweg is het uit de mond nemen van de snorkel en zo goed en kwaad als het kan aan de lucht ademen.
Maar volgens mij heeft ze heel letterlijk nog een back-up check. Vaak zwemt ze zo dicht aan het oppervlak dat ze het met de punt van haar rugvin doorsnijdt. Van onder zie je het licht breken tot een spoor. De rugvin dient niet alleen tot het houden van een 'kiel'koers en het vergemakkelijken van het wegduiken van het oppervlak.
Het is ook een 'ondiepte' meter met 'zijgolf' gevoeligheid. De combinatie met de druk gevoeligheid van het blaasgat weefsel levert een stijg- en daal verhouding op die haar positie ten opzichte van de oppervlakte golving aangeeft. Omgerekend naar menselijke maatstaf en gecorrigeerd naar een verticaal, zwaartekracht gebonden bestaan, komt dit neer op het evenwicht gevoel. De wankel tussen voor- en achterover.
Bij rustig weer komt ze vaak ademen met een dusdanige kromming van haar lichaam, dat de voorrand van de rugvin, van opzij gezien, in het verlengde ligt. Bij hogere golven kan ik op video aantonen, hoe ze eerst met haar staart remt om positie te kiezen en vervolgens vrijwel horizontaal stijgt om adem te halen.
Uitademen kan ze te allen tijde, maar ze lijkt hier spaarzaam in. Soms laat ze snoeren kleine belletjes los, zelden grotere, maar vaker een hele boel in een keer. Ik denk dat ze een 'basis' vulling nodig heeft, een minimale druk om snel uit- en in te ademen. Vanwege de uiterst beperkte tijd die ze beschikbaar heeft, moet dit wel een verende beweging zijn. Vandaar dat de kracht van uitstoot gerelateerd is aan het vermogen tot innemen.
Gelukkig ben ik sterk van mezelf. Met Dusty zwemmen levert een verbazingwekkende inspiratie op: ik kan wel twee keer langer dan normaal onderblijven. Maar het kost geweldig veel kracht en als ik uit het water weer de grimmige aantrekkingskracht van de aarde voel, dan zwabber ik de eerste minuten op mijn benen. Gelukkig is het dan wel heel licht in mijn hoofd.
Jan Ploeg, Fanore café, 9 september 2003
print versie