Dolphin Address 2 2003
11 juni 2003
Het weer is, zoals altijd, zeer wisselend. Ik heb het wel afgeleerd om me bij het opstaan àl te verheugen in de zonnige dag. Je brandt zowat de bus uit, maar dan plots, een ver ruischen dat weldra naderbij vlaagt. Een aarzelende tik op het dak, gevolgd door een dichte deken van hele fijne regen, een soort omgekeerde groene Spa.
Buiten ben je binnen een minuut geheel van water verzadigd. En het duurt drie dagen voor de auto dan weer van binnen is opgedroogd.
Bij Pollenawatch neigt een rotsblok zover naar voren dat mijn kleren, gewikkeld in mijn jas, eronder droog blijven. Maar zelf schuilen kun je er niet. Dat kan wel onder de overhuif van de Potvisrots. Maar dan moet het wel behoorlijk eb zijn, anders gooit de zee je nat.
Waaien doet het er bijna altijd. Dat valt in twee categorieën. Wel of geen wit water, overslaande golven. De hoogte van de golven is in sterke mate bepalend voor het in- en uitstap gevaar. De andere factor is de stand van het getij. Bij laag water komt er een strandje vrij, waarvan het makkelzat is om het water in te gaan. Bij hoogwater kun je zo van de vijverrots afspringen in ongeveer twee meter diep water. Om er weer uit te komen, houd je je vast aan de rand, wacht een stevige golf af en wordt er netjes boven op gezet.
Klik op de foto voor een grotere versie (let op: 119 Kb)
Het is het verval van zo'n vier meter, waar de problemen liggen. Tussen het strand en de rotsen ligt een mijnenveld van spekgladde struikel keien. Het loopt daar bepaald ongelukkig als de brekers op je kruis uiteenslaan. Ook als je met je rug tegen de vijverrots staat en golven stormen als op hol geslagen op je af, moet je kunnen incasseren, vooral als je ook nog een monovin en een watervleugel in je handen houdt.
Toch slaat daar het water enkel omhoog, omdat het niet anders verder kan. Dat kan het wel bij de Badkuip en daar wordt je dan ook zonder pardon in gesodemieterd en er weer uit gespoeld. En als je niet oppast dan ga je vies versa.
Toch heb ik vandaag het genoegen mogen smaken om de Badkuip te temmen. Dusty was wel heel erg geïnteresseerd in mijn monovin toen ik het water uitwou. Normaal doe ik deze in het water uit en gooi hem dan op de vijverrots. Maar het water was woest en er doen een aantal verhalen de ronde over Dusty's gauwdieverij van boogy boards, onderwatercamera's en losse flippers.
Er wordt zelfs gesproken van Dusty's schatgrot. Dus wachtte ik een golf af en zwom daarin keihard mee de badkuip in, helemaal door tot ik strandde in het ondiepe eind. Dusty bleef voor de drempel hangen en ik denk dat ze stevig baalde. Want nu kan ik iets wat zij niet durft.
Jan Ploeg, Green Road, 11 juni 2003
print versie