7 augustus 2002
Op verzoek van mijn broer, hij heet Gerhard, maar we hebben er maar één, dus wij weten wie we bedoelen, deze keer een aflevering met 'human' in plaats van 'dolphin' interest. Het zal wel niet meevallen het d-woord te vermijden, maar het moet maar. Over 'Address' dan maar. Bij 'Poste Restante Dingle' willen ze dat ik een postbus neem voor 123 euro per jaar en dat wordt me te gortig. Zij, die om principiële redenen niet willen of kunnen e-mailen, kunnen mij per 'snail-mail' bereiken via:
Keith Buchanan
Liosdeargan, Lispole
County Kerry, Ireland
Geen straatnummer of postcode dus. In Ierland kent iedereen elkaar. Zelf zit ik zo'n 175 km. noordelijker bij Fanore (zie onderstaande kaarten), dus het kan wel even duren voor ik het krijg. Ik sta hier nog steeds in de duinen, meestal in mijn lievelingspannetje, een enkele keer moet ik uitwijken, maar ik weet altijd wel plek. Er staat hier een groot bord bij de ingang met 'Overnight camping prohibited', maar mijn Engels kan toch zo gebrekkig zijn: 'hibited' is iets van 'habitat', leefgebied en 'pro' is 'voor', dus het zal hier wel om een aanbeveling gaan. Maar ik heb het nog nooit nodig gehad.
Toch blijf ik op m'n 'qui vive', soms voelt dat best een beetje opgejaagd. Laatst moest ik 's morgens om een uur of 6 even plassen. Een 100 meter verder, bij het grenshek zag ik een forse kerel staan en even verder op stak nog een hoofd boven een heuveltje uit. Weer in de auto het handoekgordijn even opzij, de onvolprezen verrekijker van Opa Koningstraat erbij en ik zag ze maar heen en weer lopen, praten, bukken, iets oppakken en weer neerzetten, maar wat? Ze kwamen duidelijk niet voor mij, maar als ik er achter kon komen wat ze daar uitvoerden, dan kon ik met een gerust hart verder slapen. Tenslotte kwam een van beide achter de glooiing vandaan met een grote kooi in z'n hand. Er zat een fret in, ze waren op konijnen aan het jagen.
Buiten mijn vaste vriendin Dusty heb ik hier nogal wat vluchtige contacten. Mensen waarmee ik aan de praat raak, vaak boven een bord lasagna. Dat is een stuk leuker dan alleen eten en je hoort ook nog es wat van een ander. Toch draait het niet zelden uit op een monoloog mijnerzijds over waar ik hiervoor kom en soms loopt het zo de spuigaten uit, zoals laatst met een Iers stel die naar de paarderaces geweest waren, dat mijn pattaten al steenkoud waren toen ik de lasagne pas op had.
Ook een Amerikaanse moeder en dochter, de een uit Washington state, de ander uit Washington DC, hier verenigd voor een week, vroeg me de vinnen van het lijf. Ik weet het, ik ben er zelf bij, maar als iemand je wat vraagt waar je een prachtig antwoord op hebt, dan ga je niet eerst een grote hap nemen. En zeker geen sla, wat een heel gemaal vergt en daarna als confetti door je conversatie blaast. Gisteren was daarop een verfrissende afwisseling.
Ik zat bij Brydie, Coffee dot Tea stroke Soup & Sandwiches op het terras. Een jaar of wat geleden had je toch die 3D platen. Dit is de terras uitvoering. Voor je loopt alleen de weg waar af en toe een auto over rijdt. Daarachter ligt de oceaan. De helling er naar toe is te steil om nog te zien. Verder ook geen rotsblokken of wat dan ook. Ik hoef maar even naar het water te kijken en mijn automatische waarneming neemt het over, het is dromen bij volledig bewustzijn.
Toen streken twee fietsers neer op dit kraaienest. Nederlanders en dat praat wel zo makkelijk. Wij sponnen interessante gesprekstof over 'oliemeertjes', vlakke plekken op het water, door de hilaristiek van stel je voor hoe veel wensgeld de mensen al van de kliffen van Moher hebben gegooid, zodat het metersdik op de bodem ligt. Ik heb al een hele tijd niet meer zo gelachen en vraag me nu toch af of humor een taalbinding heeft. Maar dit terzijde. Na al dat ego-serieuze gezijk van een stel mensen hier over de wenselijkheid van mijn krante-optreden was het goed toeven in mijn moedertong. En gisteren, toen ik uitgeshopt was in Galway, stonden ze, bij wijze van toegift zomaar voor m'n neus, Martine en Rogier, grote zwaai. En nu ik toch bezig ben, ook eentje naar Jens Residens en zijn Cellosophie.
Het is hier sinds een week of twee weliswaar meest bewolkt, maar wel drukkend warm. De bovenlaag in mijn waterflessen is steevast lauw. Daarom gooi ik ze leeg tot de 'sprong', maar dat kost wel veel water. 'Nog aine din', zoals Pé en Rooie Rinus hun concerten vaak besloten. In Ierland kennen ze geen zoab, of je moet de potholes daar al onder rekenen. Daarom zijn de wegen van links naar rechts een beetje bol, zodat het regenwater er beter afloopt. Als je stuur rechts zit, dan zit je dichter bij de as van de weg dan wanneer je links zit, zoals ik. Daardoor wordt mijn linkerbil meer belast en komt mijn zwaartepunt ook meer naar links te liggen. Ik weet niet hoe dit verder gaat, wie het weet, mag het zeggen, maar ik denk toch uiteindelijk dat de natuur het goed met me voor heeft.
Jan Ploeg, Dolphin Address 20, 7 augustus 2002
print versie